In het verslag wordt ingegaan op de belangrijkste wijzigingen die de herziene richtlijn met zich meebrengt en wordt ingegaan op een breed scala aan belangrijke gebieden van de richtlijn audiovisuele mediadiensten, met name: het toepassingsgebied, het oorsprongslandbeginsel en de samenwerking tussen de nationale regelgevende instanties en de Europese Groep van regelgevende instanties voor audiovisuele mediadiensten (ERGA), de bescherming van minderjarigen, de toegankelijkheid van audiovisuele mediadiensten voor personen met een visuele of auditieve handicap, de regels inzake de zichtbaarheid van audiovisuele mediadiensten van algemeen belang, de regels inzake signaalintegriteit, de audiovisuele commerciële communicatie, de co-/zelfreguleringsinitiatieven, de regels inzake videoplatforms en de onafhankelijkheid van de regelgevende instanties voor de media.
In het verslag wordt bevestigd dat de richtlijn audiovisuele mediadiensten een essentieel instrument blijft om de Uniebrede coördinatie van de nationale wetgeving voor alle audiovisuele media te regelen. De herziening ervan is nuttig gebleken voor het aanpakken van ontwikkelingen op de audiovisuele markt, zoals het toenemende belang van digitale diensten.