Tijdens het startevenement werd de nadruk gelegd op de activiteiten van de gezamenlijke werkgroep van het Europees netwerk van levende laboratoria (ENoLL) inzake digitaal voor duurzaamheid, met inbegrip van verontreiniging tot nul, en werd de centrale rol van levende laboratoria bij de uitvoering van het actieplan van de Commissie om de verontreiniging tot nul terug te brengen, geïllustreerd.
Living Labs zijn gebruikersgerichte, open innovatie-ecosystemen die gebaseerd zijn op een systematische benadering van cocreatie door gebruikers, waarbij onderzoeks- en innovatieprocessen in echte gemeenschappen en omgevingen worden geïntegreerd. De werkgroep wees erop dat uit een enquête onder 20 levende laboratoria blijkt dat 11 zich reeds beschouwen als een „accelerator van de transitie naar nulverontreiniging” en „partner van de lokale gemeenschap bij de uitvoering van het EU-beleid”. De sleutel tot vlaggenschipinitiatief 7 van het actieplan van de Europese Commissie om de verontreiniging tot nul terug te brengen is de oprichting van meer levende laboratoria door bedrijven, burgers en gemeentelijke overheden om nieuwe ideeën te ontwikkelen en de bredere uitvoering van succesvolle initiatieven te bevorderen.
De lancering, die openstond voor iedereen, bracht leden van het stakeholdersplatform voor nulverontreiniging, vertegenwoordigers van levende laboratoria uit de hele EU en ondertekenaars van Living-in.EU bijeen. Gevolgd door een workshop over hoe levende laboratoria hun steden en regio’s kunnen helpen om groen en digitaal te worden en hoe ze een reële impact kunnen hebben op de samenleving door de besluitvorming en de beleidsvorming te ondersteunen? Voorbeelden van goede praktijken op het gebied van de vermindering van verontreiniging op gebieden als mobiliteit, energie, afvalbeheer en menselijke gezondheid werden onder de aandacht gebracht, waarbij prioriteit werd gegeven aan praktijken die gemakkelijk reproduceerbaar, overdraagbaar en schaalbaar zijn voor geïnteresseerde steden en gemeenschappen.
In het najaar van 2022 zijn twee extra participatieve workshops gepland om de discussie en de uitwisseling van kennis voort te zetten en bij te dragen tot de vaststelling van een reeks aanbevelingen die kunnen worden gericht aan beleidsmakers, de levende laboratoria zelf en steden/regio’s.