©NetworksofExcellence
Tijdens de bijeenkomst vond een inhoudelijke discussie plaats over specifieke gebieden van de Europese kracht op het gebied van onderzoek op het gebied van AI & robotica, en over de maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat Europa een relevante rol speelt in de volgende golf van (generatieve) AI.
De Europese Commissie organiseerde de workshop om met de Europese KI-gemeenschap van gedachten te wisselen over belangrijke AI-onderwerpen. Het biedt een unieke kans om directe input te krijgen van de beste deskundigen over de strategieën en visies over de vraag waar onderzoek en innovatie op het gebied van AI en robotica kan worden verricht en waar moet worden geïnvesteerd. De NoE’s vormen een essentieel onderdeel van de KI-strategie waarin de beste onderzoekers in Europa die zich bezighouden met uitdagingen op het gebied van AI worden samengebracht. De zes netwerken van AI-excellentie van de EU — AI4Media, ELISE, ELSA, euROBIN, HUMANE-AI-Net en TAILOR bieden een kader voor het bevorderen van onderzoek en ontwikkeling op het gebied van AI in Europa en de vertaling ervan naar reële effecten op verschillende gebieden.
Deze gemeenschap zal verder worden verrijkt met drie nieuwe netwerken en vuurtorens op het gebied van AI; Elias (duurzame AI), dAIedge (edge AI) en Enfield (groen, adaptief, betrouwbaar en veilig AI); dat zal in het najaar van 2023 van start gaan. De netwerken, die door de Europese Commissie sterk worden aangemoedigd, zijn nauw verbonden met de [notranslate]AI, Data and Robotics Association (ADRA),[/notranslate], de particuliere kant van een publiek-privaat partnerschap dat een sleutelrol speelt bij het overbrengen van kennis van de Europese onderzoeksgemeenschap naar de industrie.
De Europese Commissie heeft de netwerken van excellentie (NoE’s) verzocht de bestaande Europese sterke punten op het gebied van AI en nauw verwante gebieden in kaart te brengen, het Europese AI-onderzoekslandschap in kaart te brengen en ook lacunes en uitdagingen in kaart te brengen. Vanuit het oogpunt van de Commissie bood de workshop een waardevolle gelegenheid om:
● de successen van de netwerken op het gebied van onderzoek, onderwijs en vertaling te erkennen, met de toezegging om dit werk internationaal zichtbaarder te maken;
● de open raadpleging over de strategische agenda voor onderzoek, innovatie en uitrol van ADRA (SRIDA) en het verband met de gezamenlijke strategische onderzoeksagenda van de netwerken te bespreken;
● het AI-on-demand-platform als een gecentraliseerde bron voor het delen en exploiteren van nieuwe resultaten en het hergebruiken van bestaande resultaten van AI-onderzoek om de vooruitgang in de wetenschap in de richting van innovatie te bevorderen. Hiermee wordt beoogd het communautaire referentieplatform voor AI in Europa te worden, waarmee tegemoet wordt gekomen aan de behoeften van alle belanghebbenden op het gebied van AI.
Vertegenwoordigers van de NoE’s verstrekten de deelnemers van DG CNECT waardevolle informatie en inzichten, waarbij zij het werk dat zij de afgelopen maanden samen hadden verricht met betrekking tot de gezamenlijke strategische onderzoeksagenda (SRA), hebben benut. De workshop leverde met name veel interessante inzichten op over toekomstige onderzoekstrends en droeg bij aan de middellange- en langetermijnvisie die als leidraad moet dienen voor de initiatieven die de EU voorbereidt voor de volgende ronde van financieringsprogramma’s.
Bovendien is gebleken dat de uiteenlopende perspectieven en deskundigheid van de NoE’s een solide basis vormen om na te denken over de behoeften van de industrie en de innovatiegemeenschap. De workshop vond plaats in de huidige context van de lopende besprekingen over grote AI-modellen.
De besprekingen hadden betrekking op een reeks onderwerpen, zoals de kwaliteit en beschikbaarheid van gegevens, de maatschappelijke aspecten en de sociale impact van AI, met inbegrip van democratische waarden, nieuwe interactieve roboticatoepassingen, waarbij de positie van Europa wereldwijd wordt vergeleken met jonge talenten. Bijzondere aandacht ging uit naar de volgende twee punten:
Grote taalmodellen (LLM’s): LLM’s lopen voorop, aangezien deze systemen nu toegankelijk zijn voor een breed publiek. Naast deze openbare modellen bestaan er ook andere, bijvoorbeeld op het gebied van medische beeldvorming of radiologie. Er is uitvoerig gediscussieerd over de noodzaak van een Europees open multimodaal, generatief model dat in 2 of 3 jaar gezamenlijk is ontwikkeld en in overeenstemming is met de gedeelde Europese waarden en vooral de Europese regelgeving. Dit zou gebaseerd zijn op transparantie van opleidingsgegevens, betrouwbare informatie, bescherming van de rechten van makers en bescherming tegen vooringenomenheid, valse of zinloze inhoud, met een duidelijk onderscheid tussen door de mens gegenereerde en door machines gegenereerde inhoud.
Als kortetermijnactie hebben de netwerken een idee voorgesteld om een Europese AI-uitdaging te lanceren die geselecteerde teams zal voorzien van gedeelde capaciteit en gerichte ondersteuning, waaronder rekenkracht. Een groep onderzoekers van de NoE’s heeft zich ertoe verbonden de komende weken samen te komen om een concept voor een dergelijk initiatief te formuleren en aan de Europese Commissie voor te leggen.
Toegang tot high-performance computing (HPC): Er wordt duidelijk erkend dat de standaard HPC-infrastructuur niet is ontworpen voor het trainen van grote AI-modellen, en dat er behoefte is aan computerinfrastructuur die zich kan aanpassen aan en/of tegemoetkomt aan de behoeften van AI-onderzoek, zoals toegang tot passende architectuur (GPU’s), voldoende opslag voor grote hoeveelheden trainingsgegevens en toegang voor kleinschalige ontwikkeling.
