TikTok en YouTube moeten de gevraagde informatie uiterlijk op 30 november 2023 aan de Commissie verstrekken. Op basis van de beoordeling van de antwoorden zal de Commissie de volgende stappen beoordelen. Dit kan leiden tot de formele inleiding van een procedure overeenkomstig artikel 66 van de wet inzake digitale diensten.
Overeenkomstig artikel 74, lid 2, van de wet inzake digitale diensten kan de Commissie in antwoord op een verzoek om informatie geldboeten opleggen voor onjuiste, onvolledige of misleidende informatie. Indien niet wordt geantwoord, kan de Commissie bij besluit besluiten de informatie op te vragen. In dit geval zou het uitblijven van een antwoord binnen de gestelde termijn kunnen leiden tot het opleggen van dwangsommen.
Na hun aanwijzing als zeer groot onlineplatform moetenTikTok en YouTube voldoen aan alle bepalingen van de wet inzake digitale diensten, met inbegrip van de beoordeling en beperking van risico’s in verband met de verspreiding van illegale en schadelijke inhoud, eventuele negatieve gevolgen voor de uitoefening van grondrechten, met inbegrip van de rechten van kinderen, en voor de bescherming van minderjarigen. TikTok heeft reeds op 19 oktober 2023 een verzoek om informatie ontvangen over de verspreiding van terroristische en gewelddadige inhoud en haatzaaiende uitlatingen, de vermeende verspreiding van desinformatie en algemene aspecten in verband met de bescherming van minderjarigen online.