Deze lidstaten zijn: België (INFR(2024)2055), Tsjechië (INFR(2024)2057), Duitsland (INFR(2024)2060), Estland (INFR(2024)2058), Griekenland (INFR(2024)2061), Frankrijk (INFR(2024)2059), Italië (INFR(2024)2062), Cyprus (INFR(2024)2056), Letland (INFR(2024)2064), Luxemburg (INFR(2024)2063), Malta (INFR(2024)2065), Oostenrijk (INFR(2024)2054), Polen (INFR(2024)2066), Portugal (INFR(2024)2067), Roemenië (INFR(2024)2068), Slovenië (INFR(2024)2070), Slowakije (INFR(2024)2071) en Zweden (INFR(2024)2069).
De datagovernanceverordening vergemakkelijkt het delen van gegevens tussen sectoren en EU-landen ten behoeve van burgers en bedrijven. Het zal het vertrouwen in het delen van gegevens vergroten door regels vast te stellen voor de neutraliteit van gegevensbemiddelaars die personen en bedrijven in contact brengen met gegevensgebruikers. Gegevensbemiddelingsactiviteiten moeten strikt onafhankelijk zijn van andere diensten die zij verlenen, geregistreerd zijn en geïdentificeerd kunnen worden aan de hand van een gemeenschappelijk EU-logo. De wet zal ook het hergebruik van bepaalde gegevens die in het bezit zijn van de publieke sector vergemakkelijken en het vrijwillig delen van gegevens stimuleren. Data-altruïsme stelt burgers in staat hun toestemming te geven om gegevens beschikbaar te stellen die zij genereren voor het algemeen belang, bijvoorbeeld voor medische onderzoeksprojecten. Organisaties voor data-altruïsme kunnen besluiten om in een openbaar register te worden opgenomen en het gemeenschappelijke EU-logo te gebruiken. Zij moeten een non-profitkarakter hebben en voldoen aan transparantievereisten en specifieke waarborgen bieden ter bescherming van de rechten en belangen van burgers en bedrijven die besluiten hun gegevens te delen. De verantwoordelijke autoriteiten zijn sinds 24 september 2023 verantwoordelijk voor de registratie van organisaties voor data-altruïsme en voor het toezicht op de naleving door aanbieders van databemiddelingsdiensten. De Commissie stuurt daarom een aanmaningsbrief aan de 18 betrokken lidstaten, die nu twee maanden de tijd hebben om te reageren en de door de Commissie aan de orde gestelde tekortkomingen aan te pakken. Bij ontstentenis van een bevredigend antwoord kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies uit te brengen.