Het verslag maakt deel uit van het regelmatige toezicht zoals omschreven in de richtlijn audiovisuele mediadiensten (Richtlijn 2010/13/EU). Het bestrijkt de jaren 2015 tot en met 2019 voor zowel niet-lineaire als lineaire diensten en is gebaseerd op nationale verslagen van de lidstaten over de toepassing van de artikelen 13, 16 en 17, en op een onafhankelijke studie.
Wat niet-lineaire video-on-demanddiensten betreft, blijkt uit het verslag dat deze tijdens de referentieperiode met 44 % zijn toegenomen en dat hun markt in de EU-lidstaten in termen van inkomsten is toegenomen. Wat hun rechtskader betreft, bevat het verslag wijzigingen in de nationale wetgeving en in hun monitoringsystemen in de helft van de lidstaten.
Wat lineaire audiovisuele mediadiensten betreft, wordt in het verslag benadrukt dat de respectieve bepalingen van de richtlijn betreffende de quota voor Europese producties en onafhankelijke producties over het algemeen goed en boven de drempels door de lidstaten worden uitgevoerd.
Over de uitvoering van de verplichtingen uit hoofde van de herziene richtlijn audiovisuele en mediadiensten (Richtlijn (EU) 2018/1808), die betrekking heeft op de jaren 2020-2021, zal een afzonderlijk verslag worden opgesteld.