Skip to main content
Shaping Europe’s digital future
Event report | Publicatie

Samenvattend verslag van de online participatieve workshop — Uitrol van het netwerk: prikkels en knelpunten

Dit verslag bevat een samenvatting van de informele standpunten van de deelnemers over nieuwe aanjagers voor de uitrol van netwerken, aanhoudende problemen en voorgestelde oplossingen en over vergunningsprocedures.

De standpunten van de deelnemers zijn verzameld tijdens de online participatieve workshop van 27 januari 2021, die werd georganiseerd in het kader van de raadplegingsactiviteiten in het kader van de herziening van de richtlijn betreffende de verlaging van de kosten voor breedband (BCRD). De opmerkingen die de belanghebbenden tijdens de workshop hebben verzameld, alsook de feedback die via de openbare raadpleging en andere raadplegingsactiviteiten is ontvangen, zullen worden meegenomen in de evaluatie, de effectbeoordeling en het nieuwe wetgevingsvoorstel van de Commissie. Dit verslag geeft niet het standpunt van de Commissie ten aanzien van het onderwerp weer en sluit het eindresultaat van de herziening van de BCRD niet uit.

De online participatieve workshop profiteerde van een evenwichtige deelname (42 % marktbelanghebbenden en 53 % overheidsinstanties) van ongeveer 180 vertegenwoordigers uit 23 lidstaten en diverse belanghebbenden, variërend van exploitanten van elektronische communicatie, andere netwerkexploitanten, exploitanten van fysieke infrastructuur en hun respectieve verenigingen, overheidsinstanties (nationaal, regionaal en lokaal) die zijn belast met de in de richtlijn consumentenrechten vastgestelde taken en deskundigen.

De workshop werd geopend door de toespraak van mevrouw Rita Wezenbeek, directeur Connectiviteit bij DG CONNECT, die de dubbele transitie — naar een groene en digitale economie — presenteerde als een enorme kans voor Europa en een van de topprioriteiten van de Europese Commissie. Bovendien heeft de COVID-19-pandemie duidelijk gemaakt dat elektronische communicatienetwerken een belangrijke rol spelen in het leven en de bedrijfsstrategieën van de burgers. In dit verband herinnerde mevrouw Wezenbeek eraan dat de EU voor de periode 2021-2027 1.8 biljoen euro aan financiering beschikbaar zal stellen om het herstel van de COVID-19-pandemie en de langetermijnprioriteiten van de EU op verschillende beleidsterreinen te ondersteunen. Naast de digitale doelstellingen die door verschillende EU-programma’s worden ondersteund, moet in elk nationaal plan voor herstel en veerkracht ten minste 20 % aan de digitale transitie worden toegewezen.

Mevrouw Wezenbeek herinnert eraan dat de belangrijkste doelstellingen van de herziening van de BCRD, die voor het tweede kwartaal van 1 2022 is gepland, de volgende zijn: het mogelijk maken van een snellere en efficiëntere uitrol van netwerken met zeer hoge capaciteit (VHCN), met inbegrip van glasvezel en 5G; om ervoor te zorgen dat de regels worden afgestemd op het Europees wetboek voor elektronische communicatie (EECC), dat de lidstaten vanaf eind vorig jaar moeten toepassen, en om mogelijke stimulansen voor de overgang naar duurzamere netwerken te onderzoeken. In dit verband zal de Commissie haar inspanningen voortzetten om investeringen in particuliere netwerken te stimuleren door middel van slimme en toekomstbestendige regelgeving om een efficiëntere uitrol van geavanceerde elektronische communicatienetwerken te bevorderen. Tot slot nodigt zij alle deelnemers uit om actief bij te dragen aan de besprekingen en samen vorm te geven aan de herziening van deze richtlijn.

Samenvatting van de belangrijkste standpunten van de deelnemers

  1. Connectiviteitsinfrastructuur zal een cruciale rol spelen in het economisch herstel van Europa. Het zal ook de ontwikkeling van toekomstige innovatieve diensten ondersteunen, een grotere digitalisering van de economie tot stand brengen en de digitale kloof dichten, die een kritieke kwestie blijft. De EU moet haar ambitie op peil houden, aangezien er verwachtingen zijn voor alomtegenwoordige glasvezeldekking in heel Europa.
  2. Het EECC en de tijdige omzetting en uitvoering ervan zijn van vitaal belang voor de uitrol van het netwerk. Het is ook belangrijk de relatie met het herziene instrument te verduidelijken, met name wat betreft symmetrische/asymmetrische verplichtingen en de begrippen die in beide instrumenten worden gebruikt.
  3. BCRD is van groot belang voor de uitrol van het netwerk. Sommige van de nuttige regels die de richtlijn naar voren heeft gebracht, zijn niet ten volle benut, deels vanwege het vrijwillige karakter van veel bepalingen. Sommige deelnemers wezen op de versnipperde uitvoering van de richtlijn en problemen bij de handhaving, die mogelijk hebben geleid tot marktfragmentatie in de hele EU.
  4. De volgende kwesties blijven van cruciaal belang voor de uitrol van het netwerk: het vereenvoudigen van omslachtige administratieve procedures (vergunningverlening, proces, tijdschema, regels), het beschikbaar stellen van informatie over zowel geplande civiele werken als bestaande fysieke infrastructuur, het uitbreiden van de toegang tot de fysieke infrastructuur van overheidsinstanties, het overwinnen van moeilijkheden bij het opbouwen van synergieën met de netwerken van verschillende nutsbedrijven, het verbeteren van de planning en coördinatie, en het versterken van de rol van het centraal informatiepunt (SIP).
  5. Het centraal informatiepunt (SIP’s) en de geschillenbeslechtingsautoriteiten spelen beide een belangrijke rol. De rol van het SIP kan worden versterkt (bv. door één toegangspunt voor vergunningsaanvragen, meer coördinatie en transparantie, beginselen inzake toegang en kosten, governance, gebruik van gestandaardiseerde en digitale procedures). De informatie over de resultaten van geschillenbeslechtingsprocessen en de samenwerking tussen SIP’s en geschillenbeslechtingsorganen kan worden verbeterd.
  6. De markt en de juridische situatie verschillen sterk in de EU, hoewel de uitdagingen dezelfde lijken te zijn. Mogelijk zachtere benaderingen kunnen op bepaalde gebieden nuttig zijn en de connectiviteitstoolbox is een positief instrument. Hoewel een zeer vergaande harmonisatie op EU-niveau op sommige gebieden een uitdaging kan zijn, zou de situatie kunnen worden verbeterd door de verschillende regels, voorwaarden en processen in elke lidstaat te schrappen (bv. door de invoering van snellere en efficiëntere vergunningsprocedures in het kader van een gecentraliseerd systeem en/of geharmoniseerde regels, richtsnoeren voor kostenallocatie en andere prijsaspecten, enz.). Wat het mogelijke rechtsinstrument betreft, pleitten sommige deelnemers voor een verordening, terwijl anderen de voorkeur gaven aan een richtlijn.
  7. Wat duurzamere elektronische communicatienetwerken betreft, kan het delen of gezamenlijk opzetten van netwerken bijdragen tot de verwezenlijking van deze doelstelling. De overgang van koper naar glasvezelnetwerken die leidt tot de uitschakeling van koper kan een belangrijke rol spelen bij het verkleinen van de ecologische voetafdruk van de sector. Bij de herziening van de BCRD moet ook rekening worden gehouden met de milieueffecten van de netwerken.
  8. Het vergemakkelijken van de toegang tot overheidsactiva, voor de installatie van netwerkelementen die verder gaan dan het kleincelconcept, alsook een aantal consistente benaderingen van de gebruikte implementatietechnieken, zoals microtrenching, kunnen worden overwogen.
  9. Er is behoefte aan snelle samenwerking en coördinatie tussen de relevante bevoegde autoriteiten, ook op lokaal niveau. In dit verband zouden met name lokale overheden baat hebben bij meer steun (bv. met IT-instrumenten, met opleidings- en informatiemateriaal, enz.).

Nieuwe aanjagers voor de uitrol van het netwerk — standpunten van de deelnemers

Nieuwe behoeften op de markt voor elektronische communicatie in het kader van de uitrol van VHCN zijn onder meer harmonisatie van het versnipperde landschap voor vergunningen voor de uitrol van netwerken en betere handhaving. Samenwerking tussen lokale autoriteiten en exploitanten en coördinatie van planningsmechanismen zouden zeer belangrijk zijn, aangezien de vergunningsprocedures de uitrol van het netwerk soms hebben vertraagd.

Sommige deelnemers pleitten ook voor een gezamenlijke planning van fibre-to-the-home (FTTH) en 5G-netwerken als gevolg van onderlinge synergieën, waarbij zij wezen op het gebrek aan geschoolde arbeidskrachten en de terughoudendheid van sommige lokale overheden ten aanzien van microtrenchingstechnieken die de kosten van de uitrol aanzienlijk zouden kunnen verlagen. Wat de sociaal-economische voordelen van de uitrol van VHCN voor lokale gemeenschappen betreft, benadrukten sommige deelnemers dat het belangrijk is kleine en middelgrote exploitanten te ondersteunen door expertise te bevorderen, richtsnoeren te verstrekken aan lokale overheden en overheidsfinanciering beschikbaar te stellen.

Wat de dubbele transitie naar een groene en digitale economie betreft, waren de deelnemers het eens over het belang van mogelijke maatregelen om de ecologische voetafdruk van de uitrol van netwerken te verkleinen en pleitten zij voor een evenwichtige aanpak. Belangrijke elementen die kunnen leiden tot een verkleining van de ecologische voetafdruk, zowel voor passieve als actieve elementen, zijn het delen van bestaande infrastructuur, het coördineren van civiele werken, het bieden van betere toegang tot openbare voorzieningen en nutsvoorzieningen en het gebruik van ondergrondse netwerken.

Aanhoudende problemen en voorgestelde oplossingen — standpunten van de deelnemers

De deelnemers pleitten voor verduidelijking van het toepassingsgebied van de richtlijn consumentenrechten, met name om rekening te houden met het VHCN-concept, de definitie van fysieke infrastructuur te herzien, activa die eigendom zijn van of beheerd worden door overheidsinstanties op te nemen, de verplichtingen inzake toegang tot fysieke infrastructuur en het begrip „eerlijke en redelijke voorwaarden” met betrekking tot de toegang tot en de prijsstelling van fysieke infrastructuur te verduidelijken en de samenhang met de bepalingen van het EECC te waarborgen.

De deelnemers waren het erover eens dat de coördinatie tussen overheidsdiensten moet worden verbeterd en waardeerden de connectiviteitstoolbox als een zeer nuttig instrument dat, door beste praktijken te verzamelen en informatie-uitwisseling tussen overheidsdiensten aan te moedigen, de lidstaten in staat stelt van elkaar te leren en maatregelen te nemen om een aantal van de belangrijkste huidige belemmeringen weg te nemen.

De deelnemers waren van mening dat rechtszekerheid en governance belangrijke kwesties zijn en sommigen vroegen om nationale richtsnoeren voor geschillenbeslechting (bv. met betrekking tot prijsbepalingsmechanismen en tijdschema’s), alsook om een geactualiseerd rechtskader, met name wat betreft de regels inzake staatssteun, administratieve procedures en sancties voor beheerders van gebouwen die de toegang aan exploitanten op ongerechtvaardigde wijze weigeren.

Sommige deelnemers erkenden dat de BRD-bepalingen inzake de coördinatie van civiele werken niet op grote schaal zijn gebruikt en wezen op de noodzaak van geharmoniseerde regels, met name inzake EMF-niveaus en vergunningsprocedures. Sommige deelnemers voerden aan dat het gebrek aan coördinatie met betrekking tot de toegang tot het netwerk de uitrol had vertraagd en de kosten ervan had verhoogd. Zij riepen op tot coördinatie van het verlenen van doorgangsrechten voor zowel de uitrol van het netwerk als de antenne-installatie, met name voor de uitrol van 5G en glasvezel. Sommige deelnemers wezen ook op de verschillende technieken en wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op andere netwerksectoren, waardoor sectoroverschrijdende coördinatie moeilijk is.

Sommige deelnemers benadrukten dat toegang tot openbare infrastructuur zou kunnen bijdragen tot een verlaging van de uitrolkosten en pleitten voor een betere toegang tot openbare activa en infrastructuur.

Wat transparantie en het SIP betreft, waren de meeste deelnemers het erover eens dat één enkel platform dat betere toegang biedt tot informatie over bestaande fysieke infrastructuur en geplande civiele werken, en een versterkte coördinerende rol zou waarborgen. Integratie van bestaande platforms op lokaal niveau in één platform op nationaal niveau zou nuttig zijn, met name voor lokale overheden die niet over de nodige deskundigheid of middelen beschikken. De deelnemers herinnerden eraan dat de particuliere sector ook beter moet voldoen aan de transparantieverplichtingen om de fysieke infrastructuur nauwkeurig in kaart te brengen.

Vergunningsprocedures — standpunten van de deelnemers

De marktdeelnemers wezen op het grote aantal vergunningen en de tijd die nodig is om aanvragen voor te bereiden als gevolg van uiteenlopende regels binnen en tussen de lidstaten. De deelnemers waren het eens over de grote behoefte aan harmonisatie en aan gestroomlijnde administratieve procedures voor de uitrol van zowel mobiele als vaste netwerken. Meer in het bijzonder pleitten sommige deelnemers voor eenvoudigere vergunningsprocedures, met name voor kleinere constructies of via raamovereenkomsten. De specifieke vergunningen voor cultureel of ecologisch erfgoed werden als bijzonder omslachtig genoemd. Sommige deelnemers benadrukten het nut van stilzwijgende goedkeuring om de uitrol van netwerken te bevorderen en pleitten voor een ruimer gebruik ervan, naast het versoepelen van de procedures of het zelfs vrijstellen van bepaalde soorten uitrol van vergunningen.

Veel deelnemers pleitten voor een gecentraliseerd vergunningverleningssysteem (bv. een éénloketsysteem op basis van gestandaardiseerde digitale procedures) dat op transparante wijze informatie moet verstrekken over de status van de vergunningsaanvragen, alsook voor betere administratieve coördinatie, met name voor de uitrol van grote netwerken die meerdere regio’s bestrijken. Deze oplossing is met name bedoeld om lokale overheden die niet over middelen of deskundigheid beschikken, te ondersteunen.

Verscheidene deelnemers pleitten voor een uitbreiding van de vergunningsprocedures tot buiten draadloze toegangspunten met klein bereik, overeenkomstig artikel 57 van het EECC. Bovendien steunden de deelnemers het afstemmen van de vergunningsvoorwaarden op het verlenen van doorgangsrechten, onder meer wat betreft de toepasselijke heffingen en vergoedingen. De deelnemers steunden ook het idee van op kosten gebaseerde vergunnings- en installatievergoedingen, evenals doorgangsrechten, en sommige van hen vroegen om gratis toegang tot de daken of voor bepaalde soorten eenvoudige installaties/werken, zoals bepaalde antennes voor mobiel netwerk of microtrenching.

Downloads

Summary report - Workshop on network deployment and BCRD.pdf
Downloaden