Skip to main content
Shaping Europe’s digital future
Event report | Publicatie

Datagestuurde gemeenschappen: bevordering van een lokaal data-ecosysteem voor duurzaamheid

Om slimme steden en gemeenschappen in de EU te laten profiteren van domeinoverschrijdende, stedelijke, gemakkelijk draagbare gegevensdiensten en door AI aangedreven simulatie door middel van digitale tweelingen, zal het programma Digitaal Europa (DIGITAL) de totstandbrenging van een dataruimte voor klimaatneutrale en slimme gemeenschappen ondersteunen (als onderdeel van de gemeenschappelijke dataruimte van de Europese Green Deal). Tijdens de workshop van 8 december 2020 konden belanghebbenden strategische, technische en operationele aspecten van het creëren van een dergelijke dataruimte bespreken.

Overzicht van de stad met gegevens die verband houden met de stichting

Hoewel de transparantieagenda heeft geleid tot een wereldwijde beweging rond open data, is tussen 2014 en 2020 slechts ongeveer 3 % van de wereldwijde gegevens opengesteld. Dit is vooral te wijten aan het feit dat het initiatief gericht was op efficiëntie en door technologie werd aangestuurd, zodat alleen grote steden — meer dan 1 miljoen inwoners — over het algemeen hebben geprofiteerd. Uit de huidige ontwikkelingen blijkt dat overheden en lokale overheden, van het louter online beschikbaar stellen van diensten en gegevens, nu evolueren naar een samenwerkingsmodel voor het delen van gegevens. Dit nieuwe paradigma zou waarde kunnen creëren voor de 85 % van de Europese steden die niet hebben geprofiteerd van de beloften van open data.

Om een gunstig juridisch kader tot stand te brengen, is de EU-datastrategie bedoeld om van de EU een leider in een datagestuurde samenleving te maken door een eengemaakte markt voor data tot stand te brengen. Er wordt voorgesteld een EU-gegevenskader op te zetten dat de uitwisseling van gegevens voor innovatoren zou ondersteunen. De datagovernanceverordening stelt een gemeenschappelijke governancelaag voor de Europese dataruimten voor, terwijl de dataverordening (gepland voor het tweede kwartaal van 3 2021) gericht zal zijn op het delen van gegevens tussen bedrijven en overheden (B2G). Tot slot zal in de uitvoeringsverordening van de richtlijn open data een aantal hoogwaardige datasets worden vastgesteld, die kosteloos en via applicatieprogramma-interfaces beschikbaar moeten worden gesteld.

Om steden en gemeenschappen toegang te geven tot relevantere gegevens die nodig zijn voor hun stadsbeheer en -beleidsvorming en om privacyveilige datarktplaatsen te creëren, zullen echter ook specifieke mechanismen voor het delen van gegevens nodig zijn. Dit is wat de dataruimte voor klimaatneutrale en slimme gemeenschappen moet creëren; een interoperabele, betrouwbare en veilige omgeving waarin momenteel gefragmenteerde en verspreide gegevens kunnen worden gedeeld tussen degenen die deel gaan uitmaken van deze dataruimte, op basis van vrijwillige overeenkomsten en onder bepaalde voorwaarden (bv. toegangsrechten, herbruikbaarheidsrechten, licenties, prijskaartjes enz.). Steden kunnen op een aantal manieren gebruik maken van gegevens die in het bezit zijn van de particuliere sector, bijvoorbeeld door middel van gegevensdonorschap, openbare aanbesteding van gegevens, pools voor het delen van gegevens of zelfs aanbestedingsclausules. De komende dataruimte moet echter helpen om deze oplossingen op te schalen door middel van een governancesysteem met meerdere belanghebbenden en een passende technische architectuur. Het zal ook helpen om uitdagingen tussen steden aan te pakken, zoals het opsporen van overstromingen of het beperken van klimaatgebeurtenissen.

Deleden van het gegevenstempo zullen gezamenlijk overeenstemming bereiken over de kerngegevensthema’s (die relevant zijn voor de doelstellingen van de Green Deal) die toegankelijk, gedeeld, gebruikt en hergebruikt moeten worden in steden en gemeenschappen in de EU, onder vergelijkbare voorwaarden. Het gegevenstempo moet vraaggestuurd zijn; zowel om tegemoet te komen aan de concrete behoeften van steden als om te zorgen voor een op de burger gericht dienstenontwerp. Vanuit het oogpunt van de steden is het van cruciaal belang om toegang te krijgen tot gegevens uit de particuliere sector met het oog op het algemeen belang, zodat zij wellicht kunnen profiteren van preferentiële voorwaarden voor de toegang tot en het hergebruik van dergelijke gegevens.

In termen van kerndatasets of gegevensthema’s werden locatiegegevens (GIS, INSPIRE), gegevens van nutsbedrijven (bv. afval, water, energieverbruik) en milieugegevens (bv. luchtkwaliteit, weer enz.) als zeer belangrijk genoemd. Afhankelijk van de businesscase en de behoeften van de steden zijn bevolkings-/tellingsgegevens en gegevens van mobieletelefoonexploitanten en 5G-netwerken ook belangrijk, aangezien deze een bijna-realtime weergave van het verkeer, de spreiding van de bevolking overdag en het woon-werkverkeer kunnen opleveren. In een context van slimme steden zou de combinatie van deze gegevens geïntegreerde (domeinoverschrijdende) stedelijke diensten mogelijk maken, hetgeen interoperabiliteit, modulariteit, gemeenschappelijke gegevensmodellen, API’s en vertrouwen vereist.

Om de interoperabiliteit te waarborgen, voorzien de Minimale interoperabiliteitsmechanismen ( MIM’s) die door de Living-in.eu-verklaring en -community zijn bekrachtigd, in gemeenschappelijke gegevensmodellen (op basis van bestaande modellen zoals SAREF, DATEX II, GSMA, schema.org) en (iii) een marktplaats (gebaseerd op TM Forum, Business API en het Fiware Business EcoSystem) om toegang tot deze gegevensmodellen mogelijk te maken. Zij vergemakkelijken ook contextinformatiebeheer, het beheer van persoonsgegevens en de aanschaf van Fair AI MIM; de laatste twee zijn onderhanden werk. Net als de MIM’s zijn de bouwstenen van de infrastructuur voor digitale diensten van de CEF — zoals de Context Broker, de testinfrastructuur voor big data, eID, eDelivery en eSignature — een reeks normen en technische specificaties die betrekking hebben op gemeenschappelijke generieke digitale capaciteiten die voorzien in de basisbehoeften van elk digitaal dienstenplatform. Steden mogen daarom niet van nul af aan beginnen, maar kunnen beginnen met het gebruik van bestaande instrumenten en daarop voortbouwen en dus van meet af aan interoperabel zijn. De werkzaamheden voor een Europees interoperabiliteitskader voor slimme steden en gemeenschappen (EIF4SCC) zijn ook van cruciaal belang voor de totstandbrenging van een dataruimte voor slimme gemeenschappen. Het doel van dit project is het bevorderen van een bredere toepassing van slimme steden en technologieën en de ontwikkeling van nieuwe diensten door te zorgen voor interoperabiliteit tussen domeinen, steden, regio’s en grenzen. Dit project zal een gemeenschappelijke aanpak bieden voor de definitie van interoperabiliteit voor slimme steden en gemeenschappen en zorgen voor een op elkaar afgestemde mentaliteit met betrekking tot de aspecten ervan.

Ook hetbeheer van het gegevenstempo en daarmee het hele lokale data-ecosysteem zal van cruciaal belang zijn. In een recente studie werd de nadruk gelegd op de rol van lokale overheden bij de orchestratie van het ecosysteem, het belang van de betrokkenheid van de steenhouders, die van cruciaal belang is om de relevante belanghebbenden te definiëren en te integreren en vervolgens de waarde binnen het ecosysteem te verdelen over de actoren, gegevensgerelateerde kwesties en een benadering van economische duurzaamheid:

Het beheer van alle gegevens die relevant zijn voor steden zou een probleem kunnen zijn, vooral omdat prognoses erop wijzen dat de explosie van gegevens de komende vijf jaar met vijf zal worden vermenigvuldigd als gevolg van verbonden apparaten, waardoor druk wordt uitgeoefend op waar en hoe onze gegevens in Europa moeten worden opgeslagen en verwerkt. De tendens laat ook een verschuiving zien van vooral centrale cloudinfrastructuur naar de rand van het netwerk, d.w.z. in de buurt van de eindgebruikers, waaronder steden. Deze verschuiving, in combinatie met toenemende verwachtingen van eindgebruikers ten aanzien van veilige infrastructuur met een laag energieverbruik en realtime verwerking, is wellicht geïnteresseerd in het gebruik van de cloudinfrastructuur. Dit zou tot een efficiëntiewinst van 50 % van hun IT-budget kunnen leiden, realtimegegevensverwerkingsdiensten mogelijk maken en zorgen voor een veilige manier om gegevens op lokaal niveau of op gefedereerde wijze met andere steden te hosten.

Parallel aan de ontwikkeling van een datasnelheid van slimme gemeenschappen zijn er verschillende andere sectorale dataruimten in de maak, elk met hun eigen specifieke kenmerken. De ruimte voor mobiliteitsgegevens is bedoeld om de beschikbaarheid van essentiële gegevens te vergroten om het passagiers- en goederenvervoer te ondersteunen, sectoroverschrijdende gegevensuitwisseling en hergebruik met het oog op multimodaliteit te vergemakkelijken, het hergebruik van gegevens te vergemakkelijken en de vindbaarheid van gegevens te verbeteren. De ruimte voor gezondheidsgegevens omvat (zeer) gevoelige gegevens, betrouwbare gezondheidsgegevens, uiterst gevoelige genomica-gegevens en beelden van kanker. Met het oog op interoperabiliteit worden gemeenschappelijke technische specificaties, vertrouwenskaders en een cyberbeveiligingskader ontwikkeld, samen met een wetgevingsvoorstel voor een Europese ruimte voor gezondheidsgegevens in de loop van 2021.

De dataruimte voor klimaatneutrale en slimme gemeenschappen zal ook belangrijk zijn voor stedelijke digitale tweelingen. In verschillende EU-projecten wordt het concept getest (DUET, LEAD, DigiTranScope, URBANAGE, enz.), terwijl Eindhoven, Newcastle, Rennes, Luxemburg en het VK ook tweelingen opzetten die gericht zijn op hun specifieke behoeften. Voor Urban Digital Twins zijn kwesties in verband met de rechtszekerheid rond het delen van gegevens van groot belang, gegevenseigendom, gegevensrollen en -verantwoordelijkheden, beschikbaarheid en kwaliteit van gegevens en privacyaspecten. Anderzijds kunnen de technische bepalingen, de organisatorische aanpak, de geleerde lessen en de gemeenschap rond de uitvoering van de Inspire-richtlijn (ruimtelijke informatie voor de monitoring van het milieubeleid) nuttig zijn.

In het kader van de Living-in.eu-beweging heeft de gemeenschap een aantal iconische projecten geïdentificeerd; digitale oplossingen voor verschillende maatschappelijke uitdagingen met meerdere technologieën. Om te beginnen zal de nadruk liggen op digitale tweelingen in steden (bv. voor stadsplanning of voorspellend onderhoud), burgerkaart en stedelijke luchtmobiliteit, terwijl andere in de toekomst kunnen volgen. Steden en gemeenschappen worden daarom uitgenodigd om zich bij de beweging aan te sluiten en samen te werken aan de gemeenschappelijke visie en de voorwaarden die dat mogelijk maken.

Voor meer informatie, zie het volledige verslag in de bijlage.

Downloads

Data-driven communities - Workshop Report_(.pdf)
Downloaden