Concept van test- en experimenteerfaciliteiten
De grootschalige referentietest- en experimentfaciliteiten (TEF’s) bieden een combinatie van fysieke en virtuele faciliteiten, waarin technologieleveranciers voornamelijk technische ondersteuning kunnen krijgen om hun nieuwste op AI gebaseerde software- en hardwaretechnologieën (inclusief AI-aangedreven robotica) in real-world omgevingen te testen.
Dit omvat ondersteuning voor volledige integratie, testen en experimenteren van de nieuwste op AI gebaseerde technologieën om problemen op te lossen/oplossingen in een bepaalde applicatiesector op te lossen, inclusief validatie en demonstratie. Ze zullen zich richten op het testen van volwassen AI-gebaseerde technologieën en oplossingen die al in de laboratoria zijn getest en moeten worden getest in real-world omgevingen.
TEF’s streven ernaar technologieleveranciers te ondersteunen met de nodige expertise om hun oplossingen in de TEF’s te integreren en te valideren, maar we verwachten ook dat TEF’s eindgebruikers van de technologieën betrekken om de impact ervan te maximaliseren (met name eindgebruikers kunnen worden betrokken bij het definiëren van testscenario’s, protocollen en statistieken, het meest relevant en impactvol voor hun sectoren).
Het programma Digitaal Europa voorziet in vier sectorale TEF’s: agrovoeding, gezondheidszorg, productie en slimme steden en gemeenschappen. Alle 4 worden medegefinancierd door de lidstaten.
Het testen en experimenteren van state-of-the-art AI-gebaseerde software- en hardwareoplossingen en -producten in real-world omgevingen, en op schaal, is een belangrijke stap om technologie op de markt te brengen. Om de investeringen te optimaliseren, zal de Commissie via het programma Digitaal Europa (DIGITAL) met de lidstaten een beperkt aantal gespecialiseerde grootschalige referentielocaties medefinancieren om tegemoet te komen aan de behoeften van Europese technologieleveranciers.
Om onderscheid te maken tussen de verschillende lagen van TEF’s, gebruiken we de volgende terminologie:
- 1 sectorale TEF(s), bv. voor de productie, is 1 consortium;
- 1 consortium is een netwerk van verschillende knooppunten en, in voorkomend geval, kleinere satellieten;
- 1 knooppunt levert de diensten en beschikt over de infrastructuur zoals uiteengezet in het werkprogramma en de komende oproeptekst voor de respectieve sectorale TEF’s. 1 knooppunt kan één of meerdere (juridische) begunstigden zijn;
- 1 satelliet is een kleinere testfaciliteit dan een knooppunt, maar die voldoet nog steeds aan de minimumcriteria zoals uiteengezet in de oproeptekst. Deze satelliet kan fysieke en/of externe toegang bieden.
Per sector zal er één subsidie zijn en dus slechts één consortium bestaande uit verschillende knooppunten. Indien het moeilijk zou zijn om de schaal vanaf één knooppunt te bereiken, zou een of meer van de knooppunten een of meer satellieten kunnen omvatten om hun testdiensten aan te vullen met eennd/of geografische dekking. In die gevallen voorzien we twee verschillende scenario’s:
In die gevallen voorzien we twee verschillende scenario’s:
- Scenario 1: Eén knooppunt werkt direct met kleinere satellieten die zelf kleiner zijn dan het knooppunt, maar dragen bij aan hetzelfde aanbod van het knooppunt. Samen zullen het knooppunt en zijn satellieten een grootschalige faciliteit bieden die het mogelijk maakt om op schaal verder te testen dan één knooppunt zou kunnen. Daarom vullen deze satellieten het knooppunt aan, zodat ze samen kritische massa bereiken.
- Scenario 2: Eén knooppunt bestaande uit een aantal satellieten van een grootte kleiner dan een knooppunt, maar samen voldoen aan de criteria van een knooppunt, waardoor het mogelijk is om op schaal te testen. Dit vereist een zeer sterke coördinatie tussen de satellieten, om samen een samenhangend aanbod te kunnen bieden.
Scenario 1 en 2 impliceren ook dat een knooppunt niet op één locatie of zelfs in één land hoeft te zijn. Evenzo hoeven niet alle partijen van één knooppunt fysieke toegang te bieden. Fysieke toegang op knooppuntniveau is echter vereist (zie hieronder).
Alle knooppunten moeten de diensten en infrastructuur leveren zoals vereist in het werkprogramma en oproeptekst. Zij kunnen zich echter richten op specifieke aspecten van het testen op schaal van AI-oplossingen als onderdeel van het netwerk.
Om een illustratief voorbeeld te geven, in de gezondheidszorg, kan een gegeven knooppunt zich richten op kanker, en een ander op ouderenzorg. Dit voorbeeld dient ter verduidelijking van het concept, maar geeft geen voorkeur van de Commissie aan.
TEF’s per sector bieden één digitaal toegangspunt aan geïnteresseerde technologieleveranciers, waardoor zij de meest geschikte knooppunt voor hen kunnen kiezen. Elk knooppunt zal ook fungeren als een fysiek toegangspunt tot het netwerk, waardoor gebruikers kunnen navigeren naar de meest geschikte tegenhanger.
We geven de voorkeur aan een netwerk van knooppunten, waarbij het hele budget per oproep wordt opgebruikt. Dit zou betekenen dat één netwerk van ongeveer 6 knooppunten in de agrovoeding, gezondheidszorg en productie en 4 knooppunten voor slimme steden en gemeenschappen, mocht er geen satellieten zijn.
Een dergelijk netwerk biedt consortia de mogelijkheid om de impact van hun TEF te maximaliseren en een sterke en complementaire reeks diensten te bieden aan Europese innovators, door zorgvuldig de knooppunten en soorten diensten te selecteren die zij zullen aanbieden.
Het zou ook de mogelijkheid bieden om de verwachte „grote” dimensie van de TEF te bereiken. De netwerkaanpak zorgt voor een grotere impact door de verwachte schaalvoordelen, efficiëntie, complementariteit en specialisatie door de ingebouwde coördinatie, samenwerking en samenwerking.
We begrijpen dat deze optie moeilijker is om samen te stellen, daarom ondersteunen we sollicitanten met een matchmaking-oefening die begon met een infodag op 29 november 2021. Niettemin is de netwerkbenadering de grootste toegevoegde waarde voor Europa, aangezien zij grensoverschrijdende samenwerking aanmoedigt, naast de reeds genoemde voordelen van het aanbieden van AI-testdiensten.
We voorzien ofwel een node only netwerkmodel, ofwel, voor sommige sectoren, een node & satellietnetwerkmodel met 3-5 kernknooppunten met kleinere satelliettestfaciliteiten, zoals het testen van boerderijen. Een node & satellietnetwerkmodel zou een paar grote centrale knooppuntenfaciliteiten hebben met het volledige aanbod van digitale, fysieke en professionele diensten die zijn verbonden met kleinere satellietfaciliteiten, waardoor ze kunnen testen in verschillende reële omstandigheden.
Dit zou de regionale beschikbaarheid, diversiteit en hoeveelheid testomstandigheden in de praktijk vergroten, maar het aantal centrale knooppunten met een volledig aanbod verminderen. Bij het voorstellen van een knooppunt- en satellietbenadering zou het belangrijk zijn de noodzaak, de rol en het aantal van dergelijke satellieten zorgvuldig te beoordelen.
Doorgaans zal het een faciliteit zijn die toegang biedt tot echte/dichtbij reële omstandigheden, zoals ziekenhuizen, experimentele boerderijen en meer, in nauwe samenwerking met technologiedeskundigen, bijvoorbeeld interne expertise of met een onderzoeks- en technologieorganisatie, technologieoverdrachtsorganisatie met de nodige expertise op het gebied van AI en robotica, enz.
Andere organisaties kunnen echter ook bij het voorstel worden betrokken (als lid van het consortium, of via verschillende mechanismen, zoals adviesorganen, onderaanneming, enz.) indien nodig om de doelstellingen van het project te bereiken. Dit kan ook overheidsinstanties, beroepsverenigingen enz. omvatten om ervoor te zorgen dat de juiste belanghebbenden worden betrokken om de toegang tot de nodige deskundigheid te waarborgen.
Het aantal begunstigden van het consortium moet het uiteindelijke aantal zijn. Het is mogelijk om begunstigden toe te voegen of te laten vallen tijdens het project, maar dit mag alleen om onvoorziene redenen zijn, zoals het geval is voor andere Horizon 2020- of Horizon Europa-projecten.
Ja, het is mogelijk om geassocieerde nodes/satelliet onderdeel van het netwerk te hebben. Geassocieerde partners worden niet gefinancierd overeenkomstig artikel 9 van de modelsubsidieovereenkomst.
De aanvragers zijn vrij om de exacte samenstelling van het consortium te kiezen om de efficiëntie en het effect ervan te optimaliseren, en dit moet worden gebaseerd op de behoeften van de voorgestelde TEF, maar medefinanciering moet voor alle begunstigden worden gewaarborgd.
Nee, de samenstelling van het consortium moet stabiel zijn in de ontwerp- en selectiefase. Er zou enige flexibiliteit kunnen zijn met betrekking tot niet-consortiumleden om bijvoorbeeld via advies- of adviesproces te worden betrokken, maar dit zijn niet de kernleden van het consortium.
TEFS zal technologieleveranciers bedienen die hun AI/Robotic-oplossing willen ontwikkelen van Technological Readiness Level (TRL) zes tot acht. In overeenstemming met staatssteun zullen kmo’s gebruik kunnen maken van TEF’s zonder te betalen voor de steun en diensten die door de TEF’s worden aangeboden. De waarde van de verleende steun wordt gebaseerd op de door de TEF’s opgestelde prijslijst. Grotere bedrijven kunnen nog steeds TEF’s gebruiken, maar zullen moeten betalen op basis van de vastgestelde prijslijst. Deze inkomsten moeten worden opgenomen in het begrotingsformulier in de kolom „inkomsten gegenereerd door het project”.
Neem ook nota van de volgende vereisten in het programma: „Wanneer de oproepvoorwaarden de deelname of controle beperken om redenen van veiligheid of strategische autonomie van de EU (en tenzij anders overeengekomen met de steunverlenende autoriteit), moeten de begunstigden een aanzienlijke hoeveelheid producten, diensten of processen produceren die de resultaten van de actie omvatten of die worden geproduceerd door het gebruik van de resultaten van de actie in de in aanmerking komende landen of doellanden die in de oproepvoorwaarden zijn vermeld.
Wanneer de oproepvoorwaarden bovendien een eerste exploitatieverplichting opleggen, moet de eerste exploitatie ook plaatsvinden in de in de oproepvoorwaarden vermelde in aanmerking komende landen of doellanden.”
TEF moet er bovendien voor zorgen dat samenwerking met entiteiten die gevestigd zijn in landen die geen in aanmerking komende landen of doellanden zijn die in de oproepvoorwaarden zijn vermeld (of onder zeggenschap staan van dergelijke landen of entiteiten uit dergelijke landen), de veiligheidsbelangen of strategische autonomie van de EU niet aantasten en mogelijke negatieve gevolgen voor de voorzieningszekerheid van voor de TEF’s kritieke inputs vermijden. Entiteiten die gevestigd zijn in landen die geen in aanmerking komende landen zijn, kunnen gebruik maken van de TEF zolang deze niet in strijd is met een van de doeleinden van de beperkte oproep (wat betekent dat het geen veiligheidsrisico vormt, geen toegang heeft tot vertrouwelijke informatie, de intellectuele-eigendomsrechten worden beschermd, enz.).
Let ook op de verwachte resultaten van de TEF’s: Financiering en aanbestedingen (europa.eu)
Bijdrage aan innovatie op het gebied van AI:
Het versterken van het concurrentievermogen van de Europese industrie, met inbegrip van kmo’s op het gebied van AI, een technologie van groot strategisch belang;
Bijdragen aan het stimuleren van Europese intellectuele eigendom en producten op basis van Europese technologie;
Oprichting van proeffaciliteiten van wereldklasse in Europa, die een uitgebreide ondersteuning bieden die de nodige expertise combineert en tegemoetkomt aan de behoeften van Europese innovators. De organisaties die de TEF’s en hun proces beheren, zullen zorgen voor het hoogste niveau van vertrouwen en veiligheid voor de gebruikers van de TEF’s en de hoogste kwaliteit van het testen en valideren om vertrouwen en veiligheid in de geteste oplossingen te garanderen, de sleutel voor hun brede verspreiding.
Bijdragen aan Europese digitale soevereiniteit en open strategische autonomie op het gebied van AI en op AI gebaseerde oplossingen
Met de netwerkbenadering hebben TEF-gebruikers meer kans om een faciliteit dichter bij hun locatie te hebben, waardoor ze minder reizen. We verwachten op dit moment echter dat TEF-gebruikers de reiskosten zelf op zich zullen nemen en dat TEF’s voldoende aantrekkelijk zijn om hen daartoe te verleiden. Elk knooppunt moet zowel fysieke als digitale/op afstand virtuele toegang bieden, dit laatste minimaliseert reizen.
De TEF-oproepen in het kader van het programma Digitaal Europa zullen gericht zijn op het ondersteunen van reeds bestaande faciliteiten met relevante infrastructuur en expertise/technologieën, en kunnen worden opgewaardeerd om Europese referentie-TEF’s te worden en voortbouwen op eerdere investeringen om het effect van EU-financiering te maximaliseren en om grootschalige referentie-TEF’s te bereiken.
De voorgestelde aanpak van de bouw van knooppuntennetwerken heeft tot doel de coördinatie tussen de bestaande nationale testfaciliteiten te verbeteren en de toegang voor Europese kmo’s tot Europese TEF’s te verbreden. Bovendien zal de financiering het mogelijk maken om de faciliteiten waarop TEF’s zullen bouwen, op te schalen.
De Commissie is van plan alleen faciliteiten te ondersteunen die de uitrol van AI ondersteunen vanaf het niveau van technologische paraatheid (TRL) 6 tot en met 8. Bestaande faciliteiten die innovatieadviesdiensten verlenen bij hogere of lagere TRL’s zullen voor deze activiteiten door andere fondsen moeten worden gefinancierd.
We verplichten elke aanvrager om een goed ondernemingsplan voor te leggen hoe de TEF’s kunnen blijven functioneren zodra de EU-financiering is uitgeput. Een solide bedrijfsstrategie en een degelijke methodologie voor de ontwikkeling van het ondernemingsplan moeten deel uitmaken van het voorstel, maar de concrete uitvoering ervan kan tijdens de looptijd van het project verder worden uitgewerkt en aangepast. Uiting van belangstelling van potentiële gebruikers van de TEF’s zou welkom zijn om de potentiële impact ervan aan te tonen dat een dergelijke faciliteit nodig is.
We verwachten dat TEF’s waar nodig toegang geven tot high-performance computing. Daartoe worden, waar passend, synergieën tussen de verschillende onderdelen van het programma Digitaal Europa sterk aangemoedigd (bv. tussen TEF’s, het AI-on-demandplatform, de cloud-to-edge-diensten en de dataruimten) om een volledige dienst aan de TEF-gebruikers aan te bieden.
Van de consortia wordt verwacht dat zij voldoen aan de vereisten van het werkprogramma, met inbegrip van de infrastructuur, maar zijn vrij om te beoordelen hoe dit het beste kan worden gedaan. Indien er behoefte is aan synchronisatie tussen de verschillende onderdelen van het programma Digitaal Europa, zullen tussentijdse oplossingen moeten worden gevonden en zullen plannen om te synchroniseren met de andere delen van het programma Digitaal Europa in de voorstellen moeten worden opgenomen, naargelang het geval.
TEF’s moeten niet worden gezien als vervanging van certificeringsinstanties, maar expertise op het gebied van ISO 17025 is welkom, indien nuttig voor de sector en technologie. Het consortium van TEF’s moet de juiste expertise en de juiste methodologie aan boord brengen om ervoor te zorgen dat hun test- en experimenteerprocessen en -diensten worden vertrouwd. Zij moeten in hun voorstel aantonen dat zij de juiste deskundigheid omvatten en de juiste methodologie voorstellen.
TEF’s zullen een IER-beleid moeten opzetten dat ervoor zorgt dat innovators, met name kmo’s die de TEF’s gebruiken, erop kunnen vertrouwen dat zij eigenaar blijven van het intellectuele eigendom dat is gecreëerd als gevolg van de tests in de TEF-faciliteiten. Dit zal van cruciaal belang zijn om de aantrekkelijkheid van de TEF’s te waarborgen.
We verwachten dat TEF’s innovatieadvies zullen verlenen aan technologieleveranciers voor technische aspecten die rechtstreeks verband houden met de TEF-activiteiten/gebruiksgevallen. Niet-technische aspecten mogen alleen worden behandeld als dat nodig is.
TEF’s worden aangemoedigd om samen te werken waar het zinvol is. Het is aan de TEF’s om te beslissen hoe deze samenwerking het best kan worden gestructureerd.
De focus van TEF’s ligt op het ondersteunen van het testen van AI-gerelateerde oplossingen. (Europese) digitale-innovatiehubs bieden al ondersteuning bij de digitalisering van producten, processen of diensten op regionaal niveau.
In principe ja. Tenzij het oproepdocument een specifieke eis of beperking bevat, kunnen in geassocieerde landen gevestigde entiteiten aan het programma deelnemen en financiering ontvangen. Het is niet de bedoeling om in een niet-geassocieerd derde land gevestigde knooppunten of satellieten te financieren.
Nee, we geven er de voorkeur aan dat TEF’s zich tot op zekere hoogte over heel Europa verspreiden zonder de impact ervan in het gedrang te brengen. Daarom zijn we niet van plan om meer dan één knooppunt voor een bepaalde sector in één land te financieren. De selectie van knooppunten moet gebaseerd zijn op criteria om de reeks diensten die door de TEF’s zullen worden verleend, te optimaliseren en het effect van de investeringen in heel Europa te maximaliseren. Het is mogelijk om knooppunten te hebben voor verschillende sectoren in hetzelfde land.
Eventuele specifieke vereisten met betrekking tot geografische spreiding zullen in de oproeptekst worden vastgelegd. In principe komt impact op de eerste plaats. Geografische spreiding kan bijvoorbeeld helpen om de diversiteit van bepaalde sectoren aan te pakken, bijvoorbeeld in de landbouw, en het gebruik van AI in Europa te maximaliseren.
TEF’s moeten zowel fysiek als digitaal toegang bieden (d.w.z. virtuele toegang op afstand). Deze hybride aanpak zal helpen om het bereik van de TEF te vergroten door AI-software op afstand te laten testen, maar ook AI-hardware in reële omstandigheden te testen.
De oproeptekst kan, indien nodig, verdere details definiëren. Alle TEF’s zullen altijd zowel digitale als fysieke toegang op knooppuntniveau moeten bieden. Virtuele toegang (die bijvoorbeeld ook simulaties kan omvatten) kan ook nuttig zijn om een test ter plaatse voor te bereiden en de tijd die aan de faciliteit wordt besteed, te minimaliseren.
Nee. TEF’s moeten op open, transparante en niet-discriminerende wijze toegang verlenen aan alle technologieleveranciers die in een lidstaat of geassocieerde landen zijn gevestigd. Door hun faciliteiten in de TEF’s op te nemen, zullen de lidstaten hen helpen deel uit te maken van het Europese KI-ecosysteem van uitmuntendheid, waardoor het beste talent naar hun regio wordt aangetrokken. Het zal ook de faciliteiten helpen om zeer hoge zichtbaarheid en een grotere markt te bereiken. Hierdoor hebben ze meer kans om sneller financiële duurzaamheid te bereiken.
TEF’s moeten relevante datasets aan zijn gebruikers verstrekken zoals nodig is voor het testen van AI op schaal. Het verzamelen en oogsten van gegevens kan bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van datasets. Aanvragers kunnen in hun voorstellen uitleggen waarom hun aanpak het meest overtuigend is.
Nationale overheidsinstanties (NPA’s) kunnen, indien nodig, deel uitmaken van de discussie rond het project dat door een consortium wordt gepresenteerd. Afhankelijk van de beoogde rol voor NPA’s kan dit worden uitgevoerd door bijvoorbeeld specifieke workshops te organiseren waarbij relevante NPA’s betrokken zijn, of door NPA’s als één bestanddeel van een adviesraad voor het consortium te hebben. Hetzelfde geldt voor alle relevante regionale of lokale overheden.
TEF’s fungeren als dienstverleners voor externen; deze kosten zullen subsidiabel zijn in het kader van het programma Digitaal Europa en financiering door de lidstaten. Om aan staatssteun te voldoen, zullen de TEF’s de ontvangen staatssteun aan kmo’s moeten doorgeven.
Kmo’s uit de EU moeten vrij zijn om de TEF’s te gebruiken, ongeacht de medefinancieringstoezeggingen van hun land van herkomst voor sectorale AI-TEF’s. TEF’s zullen gebruikers voor haar steun in rekening brengen volgens de prijslijst die voor haar diensten op knooppuntniveau is opgesteld (zie onderstaande vraag over staatssteun).
Eindgebruikers verwijzen naar de eindgebruikers van de technologie, wat naar alle waarschijnlijkheid betekent dat de mensen die in de sector werken, bijvoorbeeld landbouwers, detailhandelaren enz.
De TEF voor gezondheidszorg zal naar verwachting kennis hebben van de levering van medische hulpmiddelen en contacten met de relevante overheidsinstanties zonder deze te vervangen. De begeleiding en ondersteuning van TEF in de gezondheidszorg met certificering voor technologieleveranciers is belangrijk om ervoor te zorgen dat de tests die bij TEF’s worden aangeboden relevant zijn. Bovendien zal het helpen om het lab-to-market proces voor medische hulpmiddelen te versnellen.
TEF’s en hun banden met andere verwante EU-initiatieven
Het verschil tussen de TEF’s en de Europese digitale-innovatiehubs (EDIH’s) is het volgende. EDIH’s brengen actoren van de lokale economie samen om de digitale transformatie van lokale actoren te ondersteunen (het opbouwen van lokale ecosystemen) en verbinding te maken met andere EDIH’s in heel Europa. Zij fungeren ook als het dichtstbijzijnde toegangspunt voor alle verschillende door de EU gefinancierde KI-activiteiten in Europa, zoals de TEF’s.
EDIH’s zijn veel in aantallen. Hun belangrijkste doel is „testen alvorens te investeren”, d.w.z. om gebruikers van digitale technologie te helpen in hun omgeving te beoordelen of ze kunnen profiteren van de technologie voordat ze deze kopen. Deze technologie is volwassen genoeg om ingezet te worden. Dit verschilt van de in TEF’s geteste technologieën, die nog niet dat volwassenheidsniveau hebben bereikt, aangezien ze nog steeds substantieel moeten worden getest en gevalideerd in echte omgevingen voordat ze worden ingezet, bijvoorbeeld dat een robot uitgebreid in echte omgevingen moet worden getest voordat deze in ziekenhuizen wordt ingezet.
De TEF’s zijn daarentegen centrale gedeelde bronnen, een gemeenschappelijke toolbox die wordt aangeboden aan alle EDIH’s en elke gebruiker van AI-oplossingen in het algemeen. TEF’s zijn minder in aantal. TEF’s helpen technologieleveranciers om nieuwe technologische oplossingen te ontwikkelen en ze dichter bij de markt te brengen door ze in echte omgevingen te valideren. Zodra de resultaten in deze „gecentraliseerde toolbox” zijn gevalideerd, moeten ze idealiter via de EDIH’s via de EDIH’s worden verspreid om alle lokale bedrijven en gebruikers in staat te stellen. Na succesvolle validatie in TEF’s moet een bepaalde technologie klaar zijn (of het paraatheidsniveau ervan verhogen) om op een locatie voor eindgebruikers te worden geïmplementeerd, bijvoorbeeld via de „test alvorens te investeren” van een EDIH. Aanvragers worden aangemoedigd om verdere mogelijke synergieën tussen sectorale TEF’s en EDIH’s te onderzoeken.
Waar relevant verwachten we dat TEF’s verbinding zullen maken met data-spaces, idealiter op consortiumniveau. Aangezien TEF’s eerst financiering zullen ontvangen — er zijn alleen coördinatie- en ondersteuningsacties (CSA’s) gepland voor dataspaces — kunnen de koppelingen tussen de twee initiatieven pas worden uitgevoerd wanneer gegevensruimten operationeel zijn. In de beginfase worden echter synergieën tussen de TEF’s en CSA’s voor gegevensruimte aangemoedigd om samenwerkingsmechanismen tussen TEF’s en gegevensruimten vast te stellen.
Net als de voorgestelde AI-wet ondersteunen TEF’s het gebruik van betrouwbare AI in Europa.
Concreet kunnen TEF’s een rol spelen bij de ondersteuning van zandbakken voor regelgeving die binnen de bestaande wetgeving kunnen worden opgericht (bv. productveiligheid, medische hulpmiddelen, autoproductie, verwerking van persoonsgegevens in het kader van de AVG) door infrastructurele en technologische omgeving te bieden voor tests en experimenten onder nauw toezicht van de bevoegde nationale autoriteiten. Dit zal pas mogelijk zijn nadat de AI-wet door het Europees Parlement en de Raad is aangenomen.
Bovendien kunnen TEF’s technische ondersteuning en testfaciliteiten bieden aan ontwikkelaars en producenten van AI-systemen die in een gecontroleerde omgeving kunnen testen als hun innovatieve op AI gebaseerde producten en diensten voldoen aan de toepasselijke veiligheidseisen en -normen.
Een samenwerking met aangemelde instanties of andere organisaties die betrokken zijn bij de conformiteitsbeoordeling van AI kan in dit verband nuttig zijn binnen de specifieke sector(en) van de TEF’s. De AI-wet voorziet in vrijwillige „gedragscodes” die ook door TEF’s kunnen worden aangeboden, of TEF’s kunnen de ontwikkelingen van dergelijke codes ondersteunen. Daarnaast kunnen TEF’s bijdragen aan en profiteren van de lopende inspanningen op het gebied van AI-normalisatie.
De edge AI TEF is als Europees platform bedoeld om bedrijven van elke omvang in staat te stellen innovatieve edge AI-componenten te testen en te experimenteren op basis van geavanceerde low-power computing-technologieën, zoals neuromorfe computing.
Gezien de huidige afhankelijkheid van de EU van computertechnologieën, de hoge kosten van de noodzakelijke halfgeleiderapparatuur en de behoefte aan langetermijninvesteringen, is de edge AI TEF noodzakelijk om de financieringskloof te dichten, zodat Europese bedrijven toegang krijgen tot low-powered AI-computinghardware.
Sectorale AI-TEF’s zijn gericht op sectoren, niet op specifieke technologieën die ten grondslag liggen aan de implementatie van AI. Niettemin wordt samenwerking tussen de TEF’s aangemoedigd, en oplossingen ontwikkeld in de rand waarop AI-sectorale TEF’s later in de sectorale TEF’s kunnen worden getest.
Ondanks enkele overeenkomsten met Open Innovation Test Beds, richten TEF’s in het kader van het programma Digitaal Europa zich uitsluitend op AI-aangedreven oplossingen en bieden ze toegang tot real-world omgeving voor tests.
Earth Destination Earth wil een digitaal model met hoge precisie van de aarde ontwikkelen om natuurlijke fenomenen en aanverwante menselijke activiteiten te modelleren, monitoren en simuleren. Daarom kan een dergelijk initiatief bijdragen aan sommige van de TEF’s bij het verstrekken van dergelijke modellen, met name de TEF’s voor agrovoeding, en daarom kan dezelfde organisatie financiering ontvangen uit deze twee financieringsprogramma’s voor haar activiteiten. Dubbele financiering van dezelfde activiteit is echter niet mogelijk.
H2020 financierde verschillende Centers of Excellence voor supercomputing, waaronder testen/experimentatie met AI. Als de kenniscentra in high-performance computing-toepassingen tests en/of experimenten omvatten die relevant zijn voor de geselecteerde sectoren (agrifood, slimme steden en gemeenschappen, productie en gezondheidszorg), zouden zij een relevante partner zijn om bij te dragen aan de TEF’s. In dergelijke gevallen kan samenwerking met hen worden opgenomen in een TEF-voorstel.
De financiering (proces)
De gebieden van sectorale TEF’s — agrovoeding, gezondheidszorg, productie en slimme steden en gemeenschappen — en de technologische focus op edge AI zijn vastgesteld voor het DIGITAL-werkprogramma 2021-2022. Mogelijke sectoren voor toekomstige werkprogramma’s zijn nog niet gedefinieerd.
Voor agrovoeding, gezondheidszorg en productie is een begroting van 30 miljoen EUR aan EU-financiering voor elk van deze sectoren gepland in WP 21-22. Voor slimme steden en gemeenschappen bedraagt de begroting voor de oproep 20 miljoen euro aan EU-financiering. Elke geselecteerde projecten zullen naar verwachting bestaan uit een netwerk van een aantal TEF’s. Voor één knooppunt (in het algemeen overeenkomend met één fysieke locatie) voorzien wij indicatief 5 miljoen euro van de EU, dat op nationaal niveau met het gelijke bedrag zal worden aangevuld (dit omvat regionale of andere financiering). Er is geen indicatief budget voor een satelliet in de oproeptekst. Dit is aan de aanvrager om te beslissen.
Het TEF-werkprogramma en de oproepteksten in het kader van het programma Digitaal Europa bieden, voor zover relevant, meer details of illustratieve voorbeelden voor elke sector. De prioritering van sectoren is ontwikkeld in samenwerking met de lidstaten in het kader van de DEI (Digitisation of European Industry)-AI-groep.
Ten eerste moeten aanvragers een consortium oprichten dat voldoet aan de oproepcriteria, bijvoorbeeld het aantal knooppunten. Een individueel knooppunt kan bestaan uit meerdere entiteiten binnen (of mogelijk zelfs buiten indien nodig) de lidstaat waar de faciliteit zich bevindt.
Ten tweede moeten aanvragers nationale financiering verkrijgen om de DIGITAL-financiering aan te passen. Dit moet gebeuren voordat het consortium van toepassing is.
Ten derde moet het consortium dat een netwerk van knooppunten vertegenwoordigt dat door de betrokken lidstaten wordt medegefinancierd, een aanvraag indienen voor de sectorale DIGITAL TEF-oproep. Het consortium moet aantonen dat het de nodige medefinanciering heeft verkregen (zie meer details over de overeenkomstige vereisten hieronder).
Ten vierde zal de Europese Commissie met behulp van onafhankelijke deskundigen de voorstellen evalueren en dienovereenkomstig rangschikken. De onafhankelijke deskundigen zullen gebruik maken van de criteria (relevantie, uitvoering en impact) die zijn uiteengezet in bijlage 1 van het programma Digitaal Europa. Alleen de hoogst scorende voorstellen krijgen financiering.
Ten vijfde zullen de succesvolle aanvragers in kennis worden gesteld en gevraagd een subsidieovereenkomst met de Europese Commissie op te stellen en te ondertekenen. De Commissie wil verzoekers in de eerste en tweede stap (zie hieronder) ondersteunen, bijvoorbeeld met evenementen en ondersteuning bij matchmaking. De matchmaking support begon met een infodag op 29 november 2021 en gaat verder op een speciaal matchmaking platform tot drie maanden na de infodag. Het tijdschema van de oproepen, met inbegrip van de subsidietijd, zal in het werkprogramma worden opgenomen.
Opmerking: Als een knooppunt/satelliet meerdere begunstigden uit hetzelfde land omvat, moet elk van hen de resterende 50 % veiligstellen. Als zij dus allemaal dezelfde bron van medefinanciering willen gebruiken, moeten zij samen naar de financieringsautoriteit van de lidstaten gaan en steun vragen voor de som van de medefinanciering die van dat land voor het gegeven voorstel wordt verwacht.
Het staat de lidstaten vrij om op nationaal niveau een besluit te nemen over hun selectieprocedure. De Europese Commissie wil bijdragen om het proces transparant en eerlijk te maken door zo nodig informatie te verstrekken aan aanvragers en ondersteuning bij matchmaking, voor zover mogelijk. Een bepaald land zou zelfs meerdere concurrerende consortia kunnen steunen, wetende dat er maar één zal worden geselecteerd voor financiering.
Elk knooppunt of elke satelliet, indien een knooppunt bestaat uit satellieten in verschillende landen, moet de medefinancieringsverbintenis voor de resterende 50 % van de kosten van een bevoegde autoriteit uit haar land tonen in de vorm van een brief (zie hieronder over staatssteun). De coördinator van het voorstel is verantwoordelijk voor het verzamelen van elke verbintenisbrief van de knooppunten en satellieten en deze samen met het voorstel in te dienen.
In het geval van het gebruik van particuliere financiering uit een andere bron dan de aanvrager, moet die bron van particuliere medefinanciering de brief ondertekenen. Indien het uit eigen middelen afkomstig is, moet de aanvrager de brief zelf ondertekenen. Het model in de oproeptekst is „slechts” een mogelijke; het kan worden gewijzigd voor deze andere gevallen, maar moet altijd aangeven wie krijgt hoeveel van waar voor de medefinanciering.
Ja, dit is het geplande proces.
Ja, ja.
Aan het begin van het project zal een voorfinanciering plaatsvinden en daarna betalingen om de kosten met vaste tussenpozen terug te betalen.
Bijgewerkt op 4 mei 2022:
De Commissie volgt hetzelfde model als in Horizon 2020, zij verstrekt een voorfinanciering en beoordeelt vervolgens het project en betaalt de extra kosten terug (geen kasstroomprobleem dankzij het voorfinancieringsmodel). Bovendien bedraagt de financiële steun van de EU ten belope van 5 miljoen EUR per knooppunt gedurende de periode van het project, niet per jaar. Het cijfer is indicatief.
Bovendien zijn er geen specifieke regels voor de toewijzing van kapitaal ten opzichte van de operationele uitgaven. Subsidiabele kosten voor de subsidie zijn aankopen van hardware/software, personeelskosten, andere kosten en 7 % overheadkosten. Merk op dat bouwkosten niet subsidiabel zijn, dus niet als bijdrage in natura kunnen worden beschouwd. Digitale infrastructuur en hardware, zoals robots, komen echter in aanmerking.
Lees artikel 6 van de modelsubsidieovereenkomst voor een meer gedetailleerd overzicht van de subsidiabiliteit van de kosten. https://ec.europa.eu/info/funding-tenders/opportunities/docs/2021-2027/digital/agr-contr/mga_dep_en.pdf
Het wordt aanbevolen om kostensimulaties uit te voeren waarbij een ontwerpvoorstel wordt opgesteld in het kader van de financiering en aanbestedingen (europa.eu), aangezien het instrument automatische controles, waarschuwingen en berekeningen omvat voor maximale EU-bijdragen aan subsidiabele kosten, in plaats van dit handmatig te doen.
Bovendien moet de informatie in het financieringsportaal worden ingevoerd met voldoende tijd vóór de oproeptermijn om eventuele fouten te kunnen corrigeren en eventuele problemen op het laatste moment te kunnen voorkomen.
Digitaal kan worden gebruikt voor digitale infrastructuur, niet voor fysieke (bv. een gebouw, een kamer, enz.) infrastructuur (zie bovenstaande vraag over subsidiabele kosten).
Digitale financiering kan alleen de kosten vergoeden die tijdens het project zijn gemaakt. Indien dit kosten zijn voor een digitale infrastructuur met een waarde van X, die 50 % wordt gebruikt voor TEF-activiteiten, zijn de overeenkomstige kosten subsidiabel (toepassing van afschrijvingen, naargelang van het geval), naar rato van het gebruik ervan. Lees artikel 6 van de modelsubsidieovereenkomst voor een meer gedetailleerd overzicht van de subsidiabiliteit van de kosten. https://ec.europa.eu/info/funding-tenders/opportunities/docs/2021-2027/digital/agr-contr/mga_dep_en.pdf
Meer in het bijzonder heeft deze vraag betrekking op taken zoals het upgraden van de IT-infrastructuur voor gegevensrepatriëring, het creëren van databanken, de ontwikkeling van softwaretools, de voorbereiding van het testbed, de identificatie, het formatteren of de ontwikkeling van de AI-technologische stenen die nodig zijn voor validatie.
Van TEF’s wordt niet verwacht dat ze vanaf de eerste dag hun volledige aanbod beschikbaar hebben, maar moeten zoveel mogelijk voortbouwen op wat al bestaat, zodat ze hun diensten zo snel mogelijk al zo snel mogelijk kunnen aanbieden. Het voorstel moet een methodologie bevatten over de wijze waarop het consortium zal bouwen vanuit hun huidige faciliteiten om de doelstellingen van de oproep te bereiken. Voor subsidiabele kosten, zie de vraag & antwoord over de subsidiabiliteit van de kosten.
Het staat delidstaten vrij te kiezen welke financieringsbron zij zullen gebruiken voor de medefinanciering van TEF’s. Het gebruik van financiering uit reeds lopende projecten voor de medefinanciering van een knooppunt of satelliet is mogelijk. Deze middelen tellen echter pas mee wanneer het project in 2023 van start gaat; eerdere financiering is irrelevant voor het cofinancieringsvereiste.
De medefinancieringsverbintenis per begunstigde moet worden aangetoond door middel van een door de betrokken overheidsinstantie ondertekende verbintenisbrief. In de brief moet ook worden vermeld of de nationale/regionale medefinanciering afkomstig is van een ander EU-financieringsprogramma en welk programma. Een mogelijk model is te vinden in het oproepdocument onder het gedeelte „Aanvaardbaarheid en andere documenten”.
Het gebruik van bestaande nationale/regionale fondsen voor manuren in natura of digitale apparatuur is ook mogelijk, zolang het rechtstreeks voor het TEF-project wordt gebruikt en tijdens de looptijd van het TEF-project wordt gemaakt.
Er moet daadwerkelijk openbaar, nationaal/regionaal geld beschikbaar zijn voor de succesvolle TEF’s om de rest van de kloof op te vullen tot het 50 % nationale medefinancieringsgedeelte over de gehele projectduur. De overgrote meerderheid wordt van de lidstaten verwacht, maar ook particuliere financiële steun is aanvaardbaar (bv. bijdrage van de organisatie die de TEF host, die deskundige ondersteuning biedt aan de TEF vanuit hun eigen begroting).
De medefinancieringsverbintenisbrief is een verplichte bijlage voor de sectorale AI TEF-oproepen in de rubriek „ontvankelijkheid en documenten” en in de oproeptekst wordt een mogelijk model voorgesteld.
In het geval van noodzakelijke parlementaire goedkeuring of iets dergelijks kan dit worden gewijzigd in een voornemen om medefinanciering te plegen en de specifieke situatie toe te lichten waarom de medefinanciering nog niet is gewaarborgd. Zo is er nog steeds parlementaire goedkeuring nodig en vindt deze plaats na afloop van de oproep (verwachte datum vermelden).
De ondertekening van de subsidie is het laatste punt om na te gaan of de medefinanciering bestaat. In dat stadium moet de begunstigde ook de ereverklaring ondertekenen en verklaren dat hij de geplande activiteit kan uitvoeren.
Dit is het risico van de begunstigde indien de medefinanciering niet tot stand komt.
Bijgewerkt op 4 mei 2022:
Om een begunstigde in staat te stellen de subsidieovereenkomst te ondertekenen, moet hij eerst de verklaring van ereteken (DoH) ondertekenen, waar hij onder meer verklaart dat:
- zich ertoe verbinden deel te nemen aan de actie
- beschikken over stabiele en toereikende financieringsbronnen om de activiteiten gedurende de gehele actie in stand te houden en de nodige tegenhangerfinanciering te verstrekken;
- beschikken of zullen beschikken over de nodige middelen om de actie uit te voeren
Met de huidige kalender van de Digitale TEF-evaluatie moeten de begunstigden het DoH uiterlijk medio oktober ondertekenen om het GAP in november te kunnen ondertekenen.
Idealiter moet, als de medefinanciering door de lidstaten wordt verstrekt met behulp van een EU-programma (het EFRO of de herstel- en veerkrachtfaciliteit), deze worden ondertekend op hetzelfde moment als de digitale subsidie. De verklaring van het digitale subsidiecontract als EU-synergiesubsidie mogelijk maken. Als dit niet mogelijk is en bijvoorbeeld de EFRO-medefinanciering later dan de digitale subsidie wordt ondertekend, moet de EFRO-medefinanciering worden ondertekend en moet de digitale subsidie uiterlijk vóór de eerste tussentijdse betaling van de digitale subsidie een synergiesubsidie worden verklaard, aangezien de kostendeclaratie eerst aan de beheersautoriteit van de EFRO-subsidie moet worden toegezonden. Zelfsin geval van vertraging van de medefinanciering door de lidstaten moet de verklaring van erewoordechter medio oktober worden ondertekend.
De regels voor deelname en financiering zijn vastgelegd in de oproeptekst en in de modelsubsidieovereenkomst, met inbegrip van intellectuele-eigendomsrechten. Het werkprogramma bevat regels inzake beveiliging die van toepassing zijn op de TEF-oproepen, met name bijlage 3 bij artikel 12, lid 6, van de programmaverordening Digitaal Europa die relevant is voor sectorale oproepen tot TEF’s voor AI (.pdf)
Hoe een dergelijke medefinanciering te laten zien en hoe dubbele financiering te voorkomen?
Projecten kunnen worden medegefinancierd door financieringsbronnen die al vóór de start van het project bestonden. Naast de medefinancieringsbrief moet de medefinanciering in de begrotingstabel worden vermeld als „financiële bijdrage”. De DIGITAL-subsidie betaalt 50 % van de subsidiabele kosten; De begunstigden moeten ervoor zorgen dat dezelfde kosten niet tweemaal door verschillende financieringsbronnen worden betaald. Financiële controles zullen ook controleren op dubbele financiering.
We werken momenteel samen met de lidstaten om het proces voor aanvragers te vergemakkelijken door al vóór de start van de oproep een matchmaking-oefening aan te bieden. Het begon met een infodag op 29 november 2021.
De Europese Commissie heeft een evenement georganiseerd, ondersteund door een matchmaking-instrument, om consortia te ondersteunen bij de ontwikkeling en lokale organisaties om contact op te nemen met hun nationale vertegenwoordigers. Het startpunt was de infodag op 29 november 2021. U kunt ook de tabel bekijken met de eerste blijk van belangstelling van de lidstaten voor medefinanciering van sectorale AI-TEF’s (.pdf)
De tweede infodag na de publicatie van de oproep vindt plaats op 28 februari.
Bijdragen in natura van derden zijn gratis toegestaan, maar zijn kostenneutraal, d.w.z. dat ze niet als kosten kunnen worden gedeclareerd Ze moeten worden beschreven in het desbetreffende deel van het aanvraagformulier en de begrotingstabel (bv. afdeling 4.2 werkpakketten en activiteiten).
Als u gedetacheerd personeel hebt dat tegen betaling aan de derde partij is (zoals in H2020 onder „bijdragen in natura tegen betaling”), kunnen deze kosten worden gedekt door artikel 6.2.A.3 gedetacheerde personen. Bovendien kan het salaris van een werknemer op de loonlijst van de vaste werknemer, die aan de TEF is toegewezen om diensten te verlenen, 50 % worden terugbetaald met DIGITAL-financiering. De medefinanciering in die zin valt onder de eigen middelen.
Particuliere financiering is mogelijk en moet worden gewaarborgd voordat het consortium een aanvraag indient voor de oproep. Dit kan bijvoorbeeld de eigen middelen van de begunstigden zijn. Indien de particuliere medefinanciering afkomstig is van een andere organisatie, bv. investeerder, moet de medefinancieringsbrief de bron van de particuliere financiering worden ondertekend. Deze aanpak moet in het voorstel worden toegelicht, onder meer met bewijs dat de financiering is gewaarborgd om het consortium financieel levensvatbaar te maken.
Als er inkomsten uit het project voortvloeien uit diensten die aan derden worden verleend, moeten deze ook samen met de kosten worden gedeclareerd.
De sectorale TEF’s zullen worden opgenomen in oproep 2, die naar verwachting op 22 februari 2022 van start zal gaan en op 17 mei 2022 zal worden afgesloten. Het volledige tijdschema voor oproep 2 is beschikbaar in het werkprogramma.
Bijgewerkt op 4 mei 2022:
Financiering van dezelfde actie uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit (RRF) en Digitaal Europa is mogelijk, mits dit gerechtvaardigd is in het licht van de relevante bepalingen die op beide programma’s van toepassing zijn en het vermijden van dubbele financiering van dezelfde kosten wordt gewaarborgd. Cruciaal is dat TEF’s moeten worden opgenomen in de nationale plannen die door de Commissie zijn goedgekeurd. Er is behoefte aan een passende coördinatie. Het ontbreken van dubbele financiering wordt gewaarborgd gezien de verschillende manieren om de bijdrage van de Unie vast te stellen in alle instrumenten van de Unie waaruit financiering wordt gecombineerd (resultaatgebaseerde en werkelijke kosten), waardoor elke twijfel wordt vermeden dat kosten meer dan eens uit de begroting van de Unie kunnen worden gefinancierd.
Een combinatie van DIGITAL en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) is ook mogelijk. De lidstaten, met inbegrip van de desbetreffende beheersautoriteit voor de EFRO-subsidie, en de Europese Commissie moeten zo spoedig mogelijk coördineren om te verduidelijken hoe aan de toepasselijke regels moet worden voldaan.
Hetprogramma Digitaal Europa kan niet worden gecombineerd met Horizon Europa-fondsen of binnen verschillende oproepen voor Digitaal Europa.
We onderzoeken deze mogelijkheid. Neem contact met ons op als u specifieke vragen heeft op basis van uw project.
Zie voor apparatuur de geannoteerde subsidieovereenkomst artikel 6.2.C.2 in het algemeen en het volgende lid in het bijzonder:
Apparatuur die vóór de aanvangsdatum van de actie is gekocht — Afschrijvingskosten voor apparatuur die voor de actie wordt gebruikt, maar die vóór de aanvangsdatum van de actie zijn gekocht, komen in aanmerking indien zij voldoen aan de algemene subsidiabiliteitsvoorwaarden van artikel 6, lid 1, onder a). De resterende afschrijvingskosten (de apparatuur is niet volledig afgeschreven vóór de start van de actie) kunnen in aanmerking komen voor het gedeelte dat overeenkomt met de duur van de actie en het percentage van het werkelijke gebruik voor de actie.
De Commissie is in dit stadium niet van plan EDIC te gebruiken voor sectorale AI-TEF’s.
Alle begunstigden van het consortium komen in aanmerking voor financiering uit het programma Digitaal Europa en de medefinanciering moet ook op het niveau van de begunstigden worden verstrekt.
De terugbetaalde 50 % is gebaseerd op de totale subsidiabele kosten op het niveau van de begunstigde. Het financieringspercentage wordt berekend op basis van de totale subsidiabele kosten per begunstigde.
De vereisten voor deelname worden vastgelegd in de modelsubsidieovereenkomst (MGA). Aanvullende vereisten voor deelnemers kunnen in de oproeptekst worden opgenomen. Beide documenten zullen beschikbaar zijn bij de lancering van de oproep.
We zijn van plan om dezelfde staatssteunaanpak te hanteren als de Europese digitale-innovatiehubs, die in de bijlagen bij het werkprogramma (.pdf) in detail worden beschreven. De sectorale TEF-oproepteksten zullen ook informatie bevatten over de aanpak van staatssteun.
Bijgewerkt op 4 mei 2022:
Als gevolg van de staatssteunbenadering die in het kader van de algemene groepsvrijstellingsverordening is gekozen, zal staatssteun aan TEF’s worden doorgegeven aan de kmo-gebruikers. Als gevolg hiervan zullen de consortia een prijslijst moeten verstrekken voor de diensten die zij op nationaal niveau aanbiedt. Aangezien de prijslijst op nationaal niveau zal worden opgesteld, zullen er binnen een consortium verschillende kosten zijn die de verschillende kostensituaties tussen de verschillende bij het consortium betrokken landen weerspiegelen. Het knooppunt/satelliet dat de innovatieadvies-/ondersteuningsdienst levert, zal ook de verklaring afgeven van de ontvangen staatssteun. Het consortium moet een register bijhouden van de toegekende staatssteun.
Het voorstel moet een algemene toezegging bevatten om een prijslijst op basis van objectieve criteria te ontwikkelen. Het kan een steekproefprijslijst bevatten, onder voorbehoud van wijzigingen.
De prijslijst is noodzakelijk om, wat de staatssteunregels betreft, de waarde van de aan kmo’s verleende diensten te beoordelen. Het vertegenwoordigt de waarde die de klant ontvangt, zelfs als de service voor een lager bedrag of gratis wordt gegeven. Het verschil tussen de werkelijk betaalde prijs door de kmo en de waarde van de dienst volgens de prijslijst is het steunbedrag dat de kmo heeft ontvangen. Voor elke subsidie moet het bedrag van de ontvangen steunintegraal worden doorberekend aan de afnemers van de TEF.
Dit is niet vereist in de aanvraag, maar blijken van belangstelling van potentiële TEF-gebruikers zou kunnen helpen om het nut en de potentiële impact van de voorgestelde TEF aan te tonen.
De Commissie zal het project na elke verslagperiode evalueren, die nog zal worden vastgesteld. Ze zullen waarschijnlijk het 18 maanden durende ritme van andere Horizon Europa-projecten volgen. Een audit is mogelijk aan het einde van het project. De lidstaten zullen hun toepasselijke regels voor de evaluatie van het project volgen.
Ja, onderaanneming is mogelijk in het kader van het programma Digitaal Europa. Uitbesteding mag echter niet meer bedragen dan 30 % van de totale subsidiabele kosten. Uitbesteding mag slechts een beperkt deel uitmaken. Als de bijdrage van een entiteit aanzienlijk is, moet zij begunstigde worden. Er zij op gewezen dat uitbesteding slechts voor 50 % door DIGITAL zal worden gedekt en dat er geen garantie is dat de andere helft door financiering door de lidstaten kan worden gedekt, aangezien zij verschillende voorwaarden kunnen hebben voor de subsidiabiliteit van uitbestedingskosten. Het deel dat niet door de overheid wordt gedekt, moet door de begunstigde worden gedekt met behulp van een andere financiële bron.
Ja, dit is in principe mogelijk. Dubbele financiering van dezelfde activiteit is echter verboden. In de respectieve aanvragen moet de entiteit duidelijk uitleggen waarom en hoe haar betrokkenheid bij de twee verschillende consortia elkaar niet overlappen.
Dit maakt deel uit van de ontwikkeling van het voorstel om zich te concentreren op de gebieden waar een TEF het meest nodig is. Voorstellen zouden reeds blijk kunnen geven van belangstelling van potentiële gebruikers om de behoeften te beoordelen en in hun voorstel aan te tonen dat het risico op een lage vraag tot een minimum wordt beperkt.
Gratis diensten worden alleen verleend tijdens de looptijd van het gefinancierde project. De projecten moeten duurzaamheidsplan voor de lange termijn ontwikkelen.
Het duurzaamheidsplan kan winst omvatten, aangezien dit na de financieringsperiode is, maar deze winst zou idealiter opnieuw moeten worden geïnvesteerd in de verdere ontwikkeling van de TEF en haar diensten.
Als er geen sectie is voor aanvullende documenten van dit type, dan kunnen ze gewoon worden vermeld in deel B van het voorstel.
Ze kunnen worden geüpload als andere bijlagen.
Moet deze tabel in deel B van het voorstel alle leden van het consortium of per partner of alleen de coördinator omvatten?
Volgens het model voor het digitale aanvraagformulier ( https://ec.europa.eu/info/funding-tenders/opportunities/docs/2021-2027/digital/temp-form/af/af_dep_en.pdf) moet het vorige project voor elk van de deelnemers aan het voorstel worden vermeld.
Openbare entiteiten worden geacht niet onder zeggenschap te staan van buitenlandse entiteiten Deze voorwaarde wordt aangegeven in het formulier Digitale Aanvraag, in het gedeelte Specifieke juridische status binnen Organisatiegegevens.
De door de TEF’s aangeboden diensten zullen zijn ontworpen om aantrekkelijk te zijn voor een groot aantal gebruikers, zodat „zoekende gebruikers” geen belangrijke activiteit mogen worden om het gebrek aan strategische focus van de TEF te compenseren. Maar sommige verspreidings-/outreachactiviteiten komen in aanmerking.
TEF’s moeten technologieleveranciers ondersteunen bij het testen en valideren van geavanceerde AI-gebaseerde en AI-aangedreven technologieën in real-world scenario’s. Voor SCC TEF kunnen lokale overheden (bv. gemeenten) of verleners van openbare diensten (energiebeheer, afvalinzameling, inspectie en onderhoud van infrastructuur) en hun respectieve IT-teams gegevens en infrastructuur aanbieden aan technologieleveranciers voor het testen en valideren van hun technologieën. Zij kunnen ook ondersteuning bieden voor de test- en experimenteeractiviteiten. Als zodanig kunnen zij deel uitmaken van de TEF’s (begunstigden).
Subsidies uit verschillende EU-financieringsprogramma’s moeten met elkaar worden verbonden en coördinatie met de andere subsidieautoriteit is nodig om ervoor te zorgen dat de maximale dekking van 100 % van de geraamde kosten niet wordt overschreden.
Aanvullende informatie in: https://ec.europa.eu/newsroom/dae/redirection/document/83902
Related content
Om van de EU de plek te maken waar AI-excellentie van laboratorium tot de markt gedijt, richt de Europese Unie test- en experimentatiefaciliteiten van wereldklasse (TEF’s) op voor AI.