In het Europees wetboek voor elektronische communicatie en de nieuwe aanbeveling inzake relevante markten, die sinds december 2020 van toepassing zijn, wordt benadrukt hoe belangrijk het is dat de nationale regelgevende instanties de relevante geografische markt naar behoren definiëren, onder meer door rekening te houden met de mate van concurrentie op het gebied van infrastructuur, in overeenstemming met de beginselen van het mededingingsrecht.
De Estse regelgevende instantie (ECTRA) stelt inderdaad voor om regelgeving ex ante te schrappen van twee gemeenten waar de retailmarktaandelen van Telia bijzonder laag zijn. Buiten deze gebieden concludeert ECTRA echter dat de verschillende delen van het land op uniforme wijze gereguleerd moeten blijven.
De Commissie merkt op dat de door ECTRA aangemelde ontwerpmaatregel geen analyse bevat van de mate van concurrentie op het gebied van infrastructuur in de verschillende gebieden van het land en is van mening dat ECTRA in dit stadium niet voldoende bewijsmateriaal en analyse heeft verstrekt om de regulering van de gehele nationale markt te ondersteunen, met uitzondering van de twee gemeenten. Op basis van de door ECTRA verstrekte elementen heeft de Commissie vastgesteld dat er mogelijk aanzienlijke verschillen bestaan tussen landelijke en stedelijke gebieden die van invloed kunnen zijn op het niveau van de op infrastructuur gebaseerde concurrentie. Zo slaagden alternatieve exploitanten in de hoofdstad Tallinn erin hun eigen infrastructuur uit te rollen en relatief hoge en stabiele marktaandelen te verwerven, maar dit is mogelijk niet het geval in andere delen van het land. De Commissie heeft derhalve ernstige twijfels over de afbakening van de geografische markt.
Bijgevolg trekt de Commissie ook de vaststelling van ECTRA in twijfel dat de gevestigde exploitant Telia aanmerkelijke marktmacht heeft op de relevante markt zoals gedefinieerd door de NRI’s, aangezien ECTRA volgens de Commissie niet voldoende heeft aangetoond dat Telia onafhankelijk van haar concurrenten en klanten in het hele land en met name in Tallinn kan optreden. Bovendien heeft de Commissie ook ernstige twijfels over de door ECTRA voorgestelde definitie van de productmarkt.
Het besluit om een diepgaand onderzoek in te stellen, loopt niet vooruit op het resultaat van de analyse van ECTRA. In het licht hiervan, en zonder vooruit te lopen op de marktbeoordeling zoals hierboven uiteengezet, heeft de Commissie ook opmerkingen gemaakt over de door ECTRA voorgestelde regelgevingsmaatregelen. In dit verband heeft de Commissie opgemerkt dat, met uitzondering van de toegang tot kanalen, gereguleerde groothandelsproducten zeer zelden door alternatieve exploitanten worden gebruikt. De Commissie heeft ECTRA daarom verzocht ervoor te zorgen dat wanneer het opleggen van corrigerende maatregelen op basis van een passende analyse gerechtvaardigd wordt geacht, ECTRA zowel de evenredigheid als de doeltreffendheid ervan moet waarborgen. De Commissie riep ECTRA ook op een flexibelere aanpak te overwegen met betrekking tot de regulering van de vezelprijzen in (niet-concurrerende) gebieden waar Telia te maken krijgt met aantoonbare retailprijsbeperkingen van exploitanten die hun eigen netwerken hebben uitgerold.
Volgende stappen
De Commissie heeft twee maanden de tijd om de ontwerpmaatregel met ECTRA te bespreken, in nauwe samenwerking met het Orgaan van Europese regelgevende instanties (Berec). Aan het einde van het onderzoektijdvak van fase II kan de Commissie haar voorbehoud intrekken of een vetobesluit op grond van artikel 32 van het wetboek geven. Gedurende deze periode zal ECTRA geen definitieve maatregel kunnen vaststellen met betrekking tot beide wholesaletoegangsmarkten.
De brief van de Commissie tot inleiding van het diepgaande onderzoek zal hier worden geraadpleegd.