Op 2 december heeft de Europese Commissie een diepgaand onderzoek geopend naar de ontwerpmarktanalyse van de Deense Autoriteit voor het Bedrijfsleven (DBA) met betrekking tot de regulering van bepaalde regionale glasvezelnetwerken in Denemarken.
Hoewel de Commissie geen bezwaar heeft tegen het grootste deel van de analyse van de DBA, heeft zij ernstige twijfels met betrekking tot 5 (van de 17) geografische markten waar lokale glasvezelnetwerken zouden worden gereguleerd ondanks een aanzienlijke mate van concurrentie op het gebied van infrastructuur en de aanwezigheid van open netwerken.
Denemarken is een van de Europese koplopers op het gebied van de dekking van netwerken met zeer hoge capaciteit (94 % dekking in 2020 volgens DESI), als gevolg van de regionale uitrol van glasvezel en de grote voetafdruk van kabelnetwerken.
In een reeks ontwerpmaatregelen waarvan op 3 november 2021 kennis is gegeven, heeft de Deense toezichthouder DBA twee afzonderlijke wholesalemarkten gedefinieerd en geanalyseerd: een infrastructuurmarkt met lage capaciteit (met inbegrip van kopernetwerken) en een infrastructuurmarkt met hoge capaciteit (met inbegrip van glasvezel- en kabelnetwerken).
Voor de markt met geringe capaciteit definieert DBA de markt als een nationale markt en identificeert zij de voormalige gevestigde TDC als onderneming met aanmerkelijke marktmacht (AMM) op deze markt, die afneemt, maar nog steeds aanzienlijk is. TDC heeft een aantal toezeggingen gedaan met betrekking tot de toegang tot koper, die DBA voornemens is verbindend te verklaren. De Commissie heeft geen bezwaar of commentaar op dit deel van de ontwerpmaatregel.
Wat de markt voor infrastructuur met hoge capaciteit betreft, is de DBA tot de conclusie gekomen dat de elektriciteitsleveringsgebieden de meest relevante geografische eenheid zijn, aangezien zij het best de variatie van de concurrentievoorwaarden weerspiegelen in een context waarin de uitrol van glasvezel grotendeels door lokale energienutsbedrijven wordt aangestuurd. Als gevolg daarvan heeft DBA 21 geografische markten geïdentificeerd en vastgesteld dat 17 daarvan niet concurrerend waren. 14 verschillende exploitanten (waaronder 7 uitsluitend wholesale-exploitanten) bleken over aanmerkelijke marktmacht te beschikken.
De 5 geografische markten waarop de ernstige twijfels van de Commissie van toepassing zijn, vertegenwoordigen samen minder dan 10 % van de Deense huishoudens. Deze markten worden gekenmerkt door een aanzienlijke mate van overlapping tussen glasvezelnetwerken en kabelnetwerken, en in veel gevallen door de aanwezigheid van uitsluitend wholesale-exploitanten of door exploitanten die vrijwillig hebben besloten hun netwerk open te stellen voor concurrenten. Als gevolg daarvan is een aanzienlijk deel van de huishoudens op deze markten gedekt door twee netwerken met zeer hoge capaciteit en kunnen klanten steeds vaker kiezen tussen meerdere dienstverleners die op de open netwerken zijn aangesloten. In het licht van deze specifieke omstandigheden is de Commissie in dit stadium van oordeel dat het door de DBA verstrekte bewijsmateriaal ontoereikend is om de conclusie te staven dat de exploitanten (EWII, AURA, Energi Ikast, MES Fibernet en Nord Energi) die als AMM-exploitanten op de 5 markten waren voorgesteld, zich onafhankelijk van concurrenten en consumenten kunnen gedragen en dat deze markten moeten worden gereguleerd.
De Commissie heeft derhalve ernstige twijfels over de verenigbaarheid van de desbetreffende ontwerpmaatregelen met het EU-recht en acht het noodzakelijk een diepgaand onderzoek in te stellen.
Daarnaast stellen de diensten van de Commissie voor opmerkingen te maken over de voorgestelde corrigerende maatregelen en toezeggingen. Deze opmerkingen hebben betrekking op de benadering van DBA met betrekking tot prijsaspecten, zowel voor exploitanten die alleen op wholesaleniveau actief zijn als voor verticaal geïntegreerde exploitanten, in het licht van de relevante bepalingen die bij de code zijn ingevoerd. Met name met betrekking tot exploitanten die alleen op groothandelsniveau actief zijn, roept de Commissie de DBA op de beperkingen verder te analyseren die het vermogen en de prikkel van energienutsbedrijven om buitensporige prijzen in rekening te brengen, zouden kunnen beperken. Wat verticaal geïntegreerde exploitanten betreft, is de Commissie van mening dat de DBA haar beoordeling moet versterken van de redenen waarom prijscontrole altijd noodzakelijk en evenredig is voor de betrokken exploitanten.
De Commissie heeft twee maanden de tijd om de ontwerpmaatregelen met betrekking tot de vijf geografische markten te bespreken met de DBA, in nauwe samenwerking met het Orgaan van Europese regelgevende instanties (Berec). Aan het einde van het onderzoektijdvak van fase II kan de Commissie haar voorbehouden intrekken of een veto op grond van artikel 32 van het Europees wetboek voor elektronische communicatie uitvaardigen. Gedurende deze periode zal de DBA niet in staat zijn deze maatregelen vast te stellen.
De brief van de Commissie tot inleiding van het diepgaande onderzoek is online beschikbaar op CIRCABC.
De uitnodiging aan derden om hun opmerkingen in te dienen, wordt gepubliceerd op CIRCABC.
Op 10 december 2021 heeft DBA haar aanmeldingen betreffende vier AMM-aanwijzing op bovengenoemde geografische markten ingetrokken, namelijk de markten: Brande, Ikast, Vendsyssel en Trekantområdet. De kennisgeving van gedeeltelijke intrekking is te vinden op CIRCABC.