Inhoud en distributieregels in de AVMSD

Aantrekkelijke inhoud en diensten

Aantrekkelijke inhoud en diensten moeten beschikbaar worden gesteld in een interoperabele en grenzeloze onlineomgeving.

We zijn getuige van een explosie van manieren waarop creatieve inhoud wordt geleverd en gebruikt, van e-boeken tot muziekstreamingsites, tot platforms voor het delen van video’s en meer. Toch zijn er belangrijke uitdagingen die moeten worden aangepakt, zoals de grensoverschrijdende beschikbaarheid van diensten of het vermogen van kleinere Europese spelers om ten volle te profiteren van onlinedistributie.

Een onderdeel van het inhouds- en mediabeleid van de EU is het verbeteren van het milieu voor diensten op het gebied van creatieve online-inhoud door middel van beleidsanalyse en -ontwikkeling, alsook door financiering van onderzoek en innovatie.

In dit verband draagt de Commissie bij tot het vinden van oplossingen voor de volgende kwesties:

• de ontwikkeling van het auteursrecht en het beheer ervan in de verbonden wereld;
• de rol van ICT in het beheer van inhoud, met inbegrip van de verbetering van de beschikbaarheid van toegankelijke creatieve inhoud online en over de grenzen heen;
• de vereenvoudiging van de vergunningsprocedures en de transparantie ervan door het gebruik van databanken, metagegevens en normen.

Verbod op het aanzetten tot haat

Binnen de EU

De autoriteiten van elk EU-land moeten ervoor zorgen dat audiovisuele mediadiensten geen aanzetten tot haat op grond van ras, geslacht, godsdienst of nationaliteit bevatten. Dit is bijvoorbeeld een probleem met kanalen die geweld als oplossing voor sociale of politieke conflicten onderschrijven.

Het verbieden van een televisiezender moet een laatste redmiddel blijven, want het is een radicale stap die moet worden afgewogen tegen het democratisch recht op vrije meningsuiting. Naast de overeenkomstige nationale omroepen moeten de autoriteiten in de EU-lidstaten ook optreden tegen:

• kanalen voor haatzaaiende uitlatingen via een uplink in een EU-land;
• satellietcapaciteit die wordt gebruikt voor uitzendingen van haatzaaiende uitlatingen (zie de bevoegdheid van de audiovisuele richtlijn).

Buiten de EU

De EU-autoriteiten hebben in het kader van de AVMSD geen bevoegdheid om op te treden tegen haatzaaiende uitlatingskanalen van buiten de EU, zoals externe satellietkanalen die in delen van de EU kunnen worden opgepikt. De Commissie brengt in haar politieke dialoog met de betrokken landen regelmatig de kwestie van de haatzaaiende uitlatingen aan de orde, met name die waar de omroepen gevestigd zijn.

Toegankelijkheid voor mensen met een handicap

De lidstaten moeten de toegankelijkheid van mediadiensten waarborgen voor mensen met visuele of gehoorstoornissen.

Slechtzienden en slechthorenden en ouderen moeten kunnen deelnemen aan het sociale en culturele leven van de EU. Daarom hebben zij toegang tot audiovisuele mediadiensten. Overheden moeten mediabedrijven onder hun jurisdictie aanmoedigen om dit te doen door gebarentaal, ondertiteling, audio-description of gemakkelijk te begrijpen menunavigatie.

Lees meer over maatregelen met betrekking tot de toegang van visueel en slechthorenden tot televisieprogramma’s in de lidstaten vóór de aanneming van de richtlijn audiovisuele mediadiensten.

Grote evenementen

De AVMSD stelt randvoorwaarden vast om te voorkomen dat grote gebeurtenissen door betaaltelevisie worden gemonopoliseerd. Dit kader stelt de lidstaten in staat ervoor te zorgen dat de onder zijn bevoegdheid vallende omroeporganisaties geen evenementen van groot belang voor de samenleving uitzenden op exclusieve basis, aangezien het de mogelijkheid voor een meerderheid van het publiek om hen te volgen zou ontnemen.

De betrokken evenementen kunnen nationaal of ander zijn, zoals de Olympische Spelen, het Wereldkampioenschap voetbal, het Europees kampioenschap voetbal, een inauguratie, huwelijk of begrafenis van een koning, koningin of staatshoofd, of een belangrijk cultureel evenement.

Elke lidstaat heeft het recht een lijst op te stellen van evenementen die van groot belang worden geacht voor de samenleving. Overeenkomstig artikel 14 van de richtlijn audiovisuele mediadiensten stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de maatregelen die zij nemen of voornemens zijn te nemen met betrekking tot de uitoefening van exclusieve uitzendrechten voor grote evenementen. De lidstaten moeten er ook voor zorgen dat de onder hun bevoegdheid vallende omroeporganisaties de lijsten van andere lidstaten die hen ter kennis van de Commissie hebben gebracht, op basis van het beginsel van wederzijdse erkenning naleven.

De Commissie moet het advies inwinnen van het contactcomité AVMSD overeenkomstig artikel 29 van de richtlijn, en zij moet beoordelen of de nationale maatregelen verenigbaar zijn met het EU-recht. In het geval van een positief resultaat van dit evaluatieproces worden de maatregelen bekendgemaakt in het Publicatieblad van de EU.

Meer informatie over de maatregelen die de verschillende lidstaten op dit gebied hebben genomen.

Zie het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 15 december 2005.

Korte extracten

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat alle in de EU gevestigde omroeporganisaties toegang hebben tot korte fragmenten van evenementen van groot belang voor het publiek die uitsluitend worden uitgezonden. Deze korte fragmenten kunnen alleen worden gebruikt voor algemene nieuwsprogramma’s en moeten op eerlijke, redelijke en niet-discriminerende basis worden verstrekt.

Dit recht op toegang moet op grensoverschrijdende basis alleen van toepassing zijn wanneer dat nodig is, bijvoorbeeld wanneer geen enkele omroeporganisatie die in dezelfde lidstaat is gevestigd als de omroeporganisatie die toegang wenst tot de uittreksels, de rechten heeft verworven. 

De lidstaten kunnen de modaliteiten en voorwaarden voor het verstrekken van korte fragmenten vaststellen. Wanneer een vergoeding wordt verstrekt, mag deze echter niet hoger zijn dan de extra kosten die rechtstreeks zijn gemaakt voor het verlenen van toegang.