Skip to main content
Shaping Europe’s digital future

Q & A: Richtsnoeren ter versterking van de praktijkcode inzake desinformatie

Lees meer over recente maatregelen ter versterking van de praktijkcode inzake desinformatie

    Het woord „desinformatie” wordt weergegeven boven een cartoonbeeld van een hand die een vergrootglas boven een krant houdt.

Over de praktijkcode

Wat is de praktijkcode voor desinformatie?

De praktijkcode bevat beginselen en toezeggingen voor onlineplatforms en de reclamesector om de verspreiding van online-desinformatie in de EU tegen te gaan, die door de ondertekenaars zijn overeengekomen ten uitvoer te leggen. Het is ’s werelds eerste zelfregulerende instrument om desinformatie te bestrijden. Uit de beoordeling van 2020 van de code is gebleken dat het een goed voorbeeld is van gestructureerde samenwerking met onlineplatforms om meer transparantie en verantwoordingsplicht te waarborgen. Ook werden tekortkomingen vastgesteld, waaronder inconsistente en onvolledige toepassing tussen platforms en EU-landen, lacunes in de dekking van de verbintenissen van de gedragscode die in de richtsnoeren ter versterking van de praktijkcode inzake desinformatie worden aangepakt.

Wat is de leidraad voor de praktijkcode?

In de richtsnoeren worden de verwachtingen van de Commissie uiteengezet over de wijze waarop platforms en andere relevante belanghebbenden de praktijkcode inzake desinformatie moeten versterken om lacunes en tekortkomingen aan te pakken en een transparantere, veiligere en betrouwbarere onlineomgeving te creëren. Het legt ook de hoekstenen vast voor een robuust monitoringkader voor de tenuitvoerlegging van de code. De richtsnoeren zijn erop gericht de bestaande praktijkcode te ontwikkelen tot een coreguleringsinstrument waarin de wet inzake digitale diensten voorziet, onverminderd het definitieve akkoord over de DSA en zoals aangekondigd in het actieplan voor Europese democratie. De aangescherpte code biedt een vroege gelegenheid om passende maatregelen te ontwerpen om systeemrisico’s die voortvloeien uit de werking en het gebruik van de diensten van de platforms aan te pakken in het licht van het verwachte kader voor risicobeoordeling en -mitigatie op het gebied van digitale diensten.

Hoe wordt in de richtsnoeren de tekortkomingen van de huidige code aangepakt?

De richtsnoeren pakken de belangrijkste tekortkomingen en lacunes aan die zijn vastgesteld in de beoordeling van de code 2020 door de Commissie, mede op basis van de lessen die zijn getrokken uit het monitoringprogramma voor COVID-19-desinformatie. Het dringt aan op sterkere toezeggingen van de ondertekenaars om te zorgen voor een doeltreffender antwoord op de verspreiding van desinformatie, een consistentere toepassing van de code tussen platforms en EU-landen, een versterkt monitoringsysteem met duidelijke kernprestatie-indicatoren (KPI’s) en een adequaat mechanisme voor de regelmatige aanpassing van de code. In het voorstel wordt voorgesteld het bereik en het toepassingsgebied van de code uit te breiden en wordt uiteengezet hoe de verbintenissen van de gedragscode moeten worden versterkt. Het dringt bijvoorbeeld aan op strengere maatregelen om de ontvangers van desinformatie te demonetiseren, de transparantie van politieke reclame te vergroten, manipulatief gedrag aan te pakken, gebruikers mondiger te maken, de samenwerking met factcheckers te verbeteren en de toegang tot gegevens voor onderzoekers te waarborgen.

Wat is het toepassingsgebied van de versterkte code volgens de richtsnoeren?

Het actieplan voor de Europese democratie definieert desinformatie als „valse of misleidende inhoud die wordt verspreid met de bedoeling economisch of politiek gewin te bedriegen of veilig te stellen en die schade voor het publiek kan veroorzaken”. Hoewel het belangrijkste doel van de code desinformatie in enge zin blijft, moet de versterkte code ernaar streven dat de ondertekenaars over passend beleid beschikken en evenredige maatregelen nemen om de risico’s van desinformatie te beperken, wanneer er sprake is van een aanzienlijke publieke schadedimensie en met passende waarborgen voor de vrijheid van meningsuiting. De overkoepelende term „desinformatie” die in de richtsnoeren wordt gebruikt, omvat ook activiteiten op het gebied van informatiebeïnvloeding en interferentie, ook van buitenlandse actoren, waarbij informatiemanipulatie wordt gebruikt om aanzienlijke publieke schade te berokkenen.

Wie zijn de ondertekenaars van de Code of Practice?

De huidige ondertekenaars betrekken belangrijke onlineplatforms die actief zijn in de EU, alsmede handelsverenigingen en relevante spelers in de online- en advertentie-ecosystemen. Zij zijn: Google, Facebook, Twitter, Microsoft, TikTok, Mozilla, DOT Europe (voormalig EDiMA), de Wereldfederatie van Adverteerders (WFA) en haar Belgische tegenhanger, de Unie van Belgische Adverteerders (UBA);  de European Association of Communications Agencies (EACA) en haar nationale leden uit Frankrijk, Polen en Tsjechië — respectievelijk Association des Agences Conseils en Communication (AACC), Stowarzyszenie Komunikacji Marketingowej/Ad Artis Art Foundation (SAR), en Asociace Komunikacnich Agentur (AKA) — het Interactive Advertising Bureau (IAB Europe), Kreativitet & Kommunikation en Goldbach Audience (Zwitserland) AG.

Hoe worden de verplichtingen van de Code gehandhaafd? Hoe zit het met het door de DSA opgezette coreguleringskader?

De richtsnoeren maken deel uit van de alomvattende maatregelen van de Commissie om desinformatie aan te pakken en leggen ook de hoekstenen voor een robuust monitoringkader vast. De richtsnoeren zijn gericht op de ontwikkeling van de bestaande praktijkcode naar een gedragscode als onderdeel van het coreguleringskader waarin de wet inzake digitale diensten voorziet, onverminderd het definitieve akkoord over de DSA in het medewetgevend proces. Als onderdeel van het coreguleringskader definieert de DSA bepaalde doelstellingen en minimumcriteria waaraan de gedragscodes moeten voldoen.

Zeer grote platforms zullen baat hebben bij deelname aan de versterkte code in afwachting van nieuwe verplichte verplichtingen die op hen van toepassing zijn in het kader van de voorgestelde wet inzake digitale diensten. Met name met betrekking tot risicobeoordeling, risicobeperking, empowerment van gebruikers en transparantie rond reclame. Als zodanig biedt de aangescherpte code een vroege gelegenheid om passende maatregelen te ontwerpen om een van de grootste risico’s van platformdiensten aan te pakken in het licht van het voorgestelde kader van de DSA. Kleinere platforms en andere belanghebbenden zouden er ook baat bij hebben om zich aan te sluiten bij passende toezeggingen van de versterkte code om te profiteren van zijn beste praktijken en om bescherming te bieden tegen reputatierisico’s die voortvloeien uit het misbruik van hun systemen om desinformatie te verspreiden.

Hoewel er tal van voordelen zijn bij het samenwerken in het kader van de gedragscodes, zal het ondertekenen van de code een vrijwillige beslissing van het platform blijven, ook in het kader van de voorgestelde DSA.

Kunnen nieuwe ondertekenaars zich aansluiten bij de Code?

Ja, de Commissie moedigt nieuwe ondertekenaars aan om zich bij de code aan te sluiten en deel te nemen aan de herziening ervan, aangezien een bredere deelname de impact en doeltreffendheid van de code vergroot. Een van de aanbevelingen van de Commissie voor de aangescherpte code is om verbintenissen op maat op te nemen die overeenkomen met de diversiteit van de diensten die door de ondertekenaars worden verleend, hun omvang en de specifieke rol die zij spelen in het ecosysteem. De ondertekenaars moeten de verbintenissen ondertekenen die relevant zijn voor hun diensten. De ondertekenaars van het perspectief kunnen reeds contact opnemen met de diensten van de Commissie met het oog op toetreding tot de versterkte code en deelname aan de opstelling ervan.

Wie kan een potentiële nieuwe ondertekenaar zijn?

Potentiële nieuwe ondertekenaars kunnen bestaan uit gevestigde en opkomende platforms die actief zijn in de EU, particuliere berichtendiensten, relevante belanghebbenden in het online advertentie-ecosysteem (bv. advertentie-uitwisselingen, aanbieders van advertentietechnologie, merkeigenaren), andere spelers die diensten aanbieden die kunnen worden gebruikt om desinformatie te demonetiseren (bv. e-betalingsdiensten, e-commerceplatforms, crowdfunding-/donatiediensten), alsook belanghebbenden die kunnen bijdragen met instrumenten, instrumenten, oplossingen of expertise aan de effectieve werking van de code.

COVID-19-monitoringprogramma voor desinformatie

Hoe zal de ervaring met het COVID-19-monitoringprogramma voor desinformatie ten goede komen aan de versterkte code?

Het COVID-19-programma voor desinformatiemonitoring biedt een diepgaand overzicht van de maatregelen die platforms hebben genomen om valse en misleidende informatie over het coronavirus en vaccins te bestrijden. Het is een nuttige transparantiemaatregel gebleken om de publieke verantwoordingsplicht van platforms te waarborgen en heeft de code door een stresstest onderworpen. Platforms hebben gerapporteerd over maatregelen die zijn genomen om de zichtbaarheid van gezaghebbende bronnen te vergroten, instrumenten die zijn ontwikkeld om de toegang tot betrouwbare informatie van algemeen belang te vergemakkelijken, gedegradeerd en actie ondernomen met betrekking tot inhoud die onjuiste of misleidende informatie bevat die fysieke schade kan veroorzaken, verboden reclame die misbruik maakt van de crisis en verhoogde inspanningen om nauwkeurige informatie over vaccins te verstrekken.

In het monitoringprogramma werd ook een aantal tekortkomingen aan het licht gebracht. Het verbeterde monitoringsysteem moet voorzien in een regelmatige beoordeling van de tenuitvoerlegging door de ondertekenaars van de verbintenissen van de gedragscode en een evaluatie van de doeltreffendheid van de code als instrument om desinformatie aan te pakken. Het monitoringkader moet gebaseerd zijn op sterke en nauwkeurige kernprestatie-indicatoren (KPI’s) die de resultaten en het effect van het door de ondertekenaars uitgevoerde beleid („dienstniveau-indicatoren”) meten, alsook op KPI’s die het algemene effect van de code op desinformatie in de EU meten („structurele indicatoren”). De versterkte code moet ervoor zorgen dat informatie en gegevens in gestandaardiseerde formaten worden verstrekt, met uitsplitsingen per lidstaat.

Advertentieplaatsingen en politieke reclame

Hoe wordt met de richtsnoeren beoogd desinformatie te verminderen?

Platforms en alle andere spelers van het online advertentie-ecosysteem moeten samenwerken om geld te besparen op desinformatie via reclame-inkomsten. De aangescherpte verbintenissen van de gedragscode moeten daarom gedetailleerdere, op maat gesneden maatregelen nemen om desinformatierisico’s in verband met de verspreiding van onlinereclame aan te pakken. Daarnaast moeten merkveiligheidsinstrumenten analyses van factcheckers en onderzoekers over de bronnen van desinformatiecampagnes integreren. Merkeigenaren en adverteerders moeten zich er daarentegen toe verbinden de plaatsing van hun reclame naast desinformatie te vermijden of op plaatsen die herhaaldelijk desinformatie publiceren.

Hoe zal in de richtsnoeren rekening worden gehouden met de komende wetgeving inzake de transparantie van gesponsorde politieke inhoud?

Bij de herziening van de praktijkcode op het gebied van politieke reclame moet rekening worden gehouden met het komende wetgevingsvoorstel en dient het als een belangrijk instrument om tastbare vooruitgang te boeken, zowel in de aanloop naar de wetgeving als door middel van het eenmaal bestaande wetgevingskader. De aangescherpte code moet door de industrie geleide oplossingen bedenken om de uitvoering ervan te ondersteunen en verdere vooruitgang op dit gebied te boeken. In de richtsnoeren wordt voorgesteld de toezeggingen van de ondertekenaars van de code te versterken om de transparantie en de openbaarmaking van politieke advertenties te verbeteren. Deze advertenties moeten duidelijk en doeltreffend worden geëtiketteerd en te onderscheiden als betaalde inhoud en gebruikers moeten kunnen begrijpen dat de weergegeven inhoud reclame bevat die verband houdt met politieke kwesties.

Empowerment van gebruikers

Hoe moet de versterkte code manipulatief gedrag aanpakken?

In de richtsnoeren wordt voorgesteld de code te versterken om te voorzien in een uitgebreide dekking van huidige en opkomende vormen van manipulatief gedrag dat wordt gebruikt om desinformatie te verspreiden, zoals bots, nepaccounts, georganiseerde manipulatiecampagnes en rekeningovernames. Op maat gemaakte toezeggingen moeten kwetsbaarheden aanpakken en zorgen voor transparantie en verantwoordingsplicht van de maatregelen die zijn genomen om het effect van manipulatief gedrag te verminderen.

Welke maatregelen worden in de richtsnoeren voorgesteld om het bewustzijn van de gebruikers te verbeteren?

Om de verspreiding van desinformatie te beperken, is het van cruciaal belang dat gebruikers instrumenten krijgen om de onlineomgeving beter te begrijpen en verantwoordelijker online gedrag te bevorderen. In de richtsnoeren worden de ondertekenaars van de code opgeroepen zich te verbinden tot een „veilig ontwerp” als leidraad voor de architectuur van hun diensten. Dit betekent dat de ondertekenaars zich ertoe moeten verbinden de risico’s van hun systemen te beoordelen en de architectuur van hun diensten zodanig te ontwerpen dat de risico’s in verband met de verspreiding en versterking van desinformatie tot een minimum worden beperkt.

De aangescherpte code moet concrete maatregelen omvatten om de risico’s van aanbevelingssystemen die de virale verspreiding van desinformatie aanwakkeren, te beperken, de zichtbaarheid van betrouwbare informatie van algemeen belang te vergroten en waarschuwingen te geven aan gebruikers die interactie hebben gehad met inhoud die door factcheckers als onjuist of misleidend is aangemerkt. Gebruikers moeten ook meer bureau krijgen, bijvoorbeeld door desinformatie te kunnen markeren en door voorkeuren op aanbevelingssystemen aan te passen. Ondertekenaars worden aangemoedigd hun acties ter bevordering van mediageletterdheid voort te zetten.

Empowerment van de onderzoeks- en factchecking gemeenschap

Hoe kan ervoor worden gezorgd dat de onderzoeksgemeenschap toegang heeft tot de nodige gegevens om desinformatie naar behoren te bestuderen?

Onderzoekers, maatschappelijke organisaties, onderzoeksjournalisten en niet-academische onderzoekers spelen een belangrijke rol bij het begrijpen van de evolutie van de risico’s in verband met desinformatie. De kwaliteit van het onderzoek op dit gebied hangt af van platformgegevens waartoe onderzoekers toegang krijgen. De Commissie verzoekt de ondertekenaars de huidige situatie drastisch te verbeteren die wordt gekenmerkt door een episodische en willekeurige verstrekking van gegevens, die niet inspeelt op alle onderzoeksbehoeften. De ondertekenaars moeten daarom in samenwerking met de onderzoeksgemeenschap, het Europees Waarnemingscentrum voor digitale media (EDMO) en de relevante nationale autoriteiten samenwerken om samen een wettelijk en robuust kader voor toegang tot gegevens voor onderzoeksdoeleinden tot stand te brengen.

Hoe kan de gedragscode de impact van factcheckingsactiviteiten verbeteren?

Om de aanzienlijke lacunes en ongelijke dekking van factcheckingactiviteiten tussen diensten en EU-landen aan te pakken, moeten de ondertekenaars zich ertoe verbinden de samenwerking met factcheckers uit te breiden. Het vergroten van het effect van factchecking kan ook worden bereikt door een betere integratie en zichtbaarheid van inhoud die door factcheckers wordt geproduceerd. De ondertekenaars moeten kijken naar efficiënte etiketteringssystemen en naar de oprichting van een gemeenschappelijk register van factchecks, dat het efficiënte gebruik ervan op alle platforms zou vergemakkelijken om te voorkomen dat desinformatie opnieuw wordt opgeslokt door factcheckers. Samenwerking met factcheckers moet zorgen voor hun onafhankelijkheid, billijke beloning, samenwerking bevorderen en de stroom tussen diensten vergemakkelijken.

Toezicht op de code

Hoe zal de tenuitvoerlegging van de code in de toekomst worden gemonitord?

De beoordeling van de praktijkcode en het lopende COVID-19-programma voor desinformatiemonitoring hebben nuttige input opgeleverd voor de wijze waarop het monitoringsysteem van de code kan worden versterkt. De verbeterde code moet een versterkt monitoringsysteem omvatten en een robuust kader creëren dat nieuwe KPI’s bevat die op het niveau van de lidstaten kunnen worden gemeten. Zij moeten het mogelijk maken het effect te evalueren van het beleid dat door de ondertekenaars wordt uitgevoerd om hun verbintenissen uit hoofde van de code na te komen, alsook het algemene effect van de code op desinformatie in de EU.

De ondertekenaars moeten in het kader van het versterkte monitoringkader regelmatig verslagen uitbrengen met behulp van geharmoniseerde templates, met inbegrip van reeksen standaard- en controleerbare formaten voor het verstrekken van gegevens tegen de KPI’s. Onlinediensten met een hoger risicoprofiel met betrekking tot de verspreiding van desinformatie moeten om de zes maanden verslag uitbrengen over de uitvoering van de toezeggingen en de risico’s in verband met het fenomeen van desinformatie elk jaar beoordelen. Andere codeondertekenaars moeten jaarlijks verslag uitbrengen en gegevens en statistieken verstrekken die overeenstemmen met hun activiteiten.

In de richtsnoeren wordt voorgesteld dat de ondertekenaars zich ertoe verbinden een openbaar toegankelijk gemeenschappelijk transparantiecentrum voor onlinetoegang op te richten, op te zetten en in stand te houden, met een overzicht van de specifieke beleidsmaatregelen die door de ondertekenaars zijn vastgesteld om de verbintenissen van de gedragscode na te komen.

Wat is de rol van de permanente taskforce?

De permanente taskforce moet nagaan hoe de code kan worden ontwikkeld en aangepast met het oog op technologische, maatschappelijke, markt- en wetgevingsontwikkelingen. De taskforce wordt voorgezeten door de Commissie en zal de ondertekenaars en vertegenwoordigers van de Europese Dienst voor extern optreden, EDMO, de Europese Groep van regelgevende instanties voor audiovisuele mediadiensten (ERGA) betrekken. Daarbij moet bijvoorbeeld worden gekeken naar de ontwikkeling van structurele indicatoren en mechanismen die op het niveau van de lidstaten meetbaar zijn, of naar het vaststellen van een methode voor risicobeoordeling om snel te kunnen reageren in bijzondere situaties en crises zoals verkiezingen of de pandemie.

Laatste nieuws

PRESS RELEASE |
Onlineplatforms leggen bijzondere nadruk op verkiezingen in de derde reeks verslagen in het kader van de praktijkcode inzake desinformatie

Vandaag hebben de ondertekenaars van de Praktijkcode inzake desinformatie, waaronder belangrijke onlineplatforms zoals Google, Meta, Microsoft en TikTok, de derde reeks rapporten gepubliceerd waarin de acties die zij ondernemen om de verspreiding van desinformatie online te bestrijden, met bijzondere aandacht voor de komende Europese verkiezingen in juni, worden beschreven.

Gerelateerde inhoud

Grote afbeelding

Bestrijding van online desinformatie

De Commissie pakt de verspreiding van online desinformatie en desinformatie aan om de bescherming van Europese waarden en democratische systemen te waarborgen.

Zie ook

De praktijkcode 2022 inzake desinformatie

Belangrijke onlineplatforms, opkomende en gespecialiseerde platforms, spelers in de reclame-industrie, factcheckers, onderzoeks- en maatschappelijke organisaties hebben een versterkte praktijkcode inzake desinformatie opgeleverd na de richtsnoeren van de Commissie van mei 2021